W23 - §7.3

1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag...
  1. Startopdracht (25 minuten)
  2. Leerdoelen §7.3 (5 minuten)
  3. Uitleg §7.3 (15 minuten)
  4. Aan de slag! (20 minuten)
  5. Afsluiten (15 minuten)

Slide 2 - Slide

Planning P3

Slide 3 - Slide

Startopdracht
Wat? Maak de Startopdracht: Handel zonder grenzen? ✈️
Hoe? In tweetallen
Hoelang? 15 minuten
Klaar? Begin alvast met paragraaf 7.3 
in je boek/op je laptop
timer
15:00

Slide 4 - Slide

Leerdoelen, In deze les leer je..
  1. wat internationale handel is
  2. waarom we producten aan het buitenland verkopen
  3. waarom we producten uit het buitenland kopen
  4. het verschil tussen een open en een gesloten economie
  5. wanneer je vreemd geld gebruikt

Slide 5 - Slide

Ga verder in PowerPoint

Slide 6 - Slide

Aan het werk!
Wat? Opdrachten §7.3
Hoe? Overleggen mag, met je buurman/buurvrouw
Hulp? Vraag het aan de docent!
Tijd? Tot 20 minuten vóór einde van de les.
Klaar? Nakijken!
Niet af? Huiswerk voor de volgende les!

Slide 7 - Slide

Waarom kopen we producten uit het buitenland?

A
A. Omdat Nederlandse producten verboden zijn
B
B. Omdat buitenlandse producten altijd goedkoper zijn
C
C. Omdat sommige producten hier niet groeien of gemaakt worden
D
D. Omdat we geen geld hebben voor eigen productie

Slide 8 - Quiz

Wat is een open economie?

A
A. Een economie die alles zelf maakt
B
B. Een economie zonder belastingen
C
C. Een economie met veel handel met andere landen
D
D. Een economie die alleen producten invoert

Slide 9 - Quiz

Hoe beschermen landen hun bedrijven tegen buitenlandse concurrentie?

A
A. Door invoerheffingen of importverboden
B
B. Door tolwegen aan te leggen
C
C. Door extra reclame te maken
D
D. Door alles gratis weg te geven

Slide 10 - Quiz

Hoe bereken je het inkomen per hoofd van de bevolking?
A
A. Totaal inkomen van het land gedeeld door het aantal bedrijven
B
B. Totaal inkomen van het land gedeeld door het aantal inwoners
C
C. Inkomen van de rijkste mensen gedeeld door de rest
D
D. Totaal inkomen van het land keer het aantal inwoners

Slide 11 - Quiz

Wat is het voordeel van vrijhandel voor Nederland?

A
A. Minder keuze voor consumenten
B
B. Meer werkloosheid
C
C. Hogere prijzen in de winkels
D
D. Meer handel zonder invoerheffingen

Slide 12 - Quiz

Wat is een vicieuze cirkel?
A
A. Een economie die steeds beter wordt
B
B. Een land dat rijk is en rijk blijft
C
C. Een situatie waarbij armoede steeds nieuwe armoede veroorzaakt
D
D. Een situatie waarin landen elkaar steeds meer helpen

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide