h5.2 deel 1: handel in oost en west

5.2 handel in oost en west
Deel 1
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

5.2 handel in oost en west
Deel 1

Slide 1 - Slide

Planning

  • Herhaling
  • Lesdoelen
  • Uitleg 
  • Opdrachten maken / bespreken. 

Slide 2 - Slide

Herhaling
  • Stapelmarkt is...?
  • Waarin werd gehandeld met het Oostzeegebied?
  • Wat is verdraagzaamheid?

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  • Je kan twee kenmerken noemen van de VOC
  • Je kan twee kenmerken noemen van de WIC 
  • Je kan beschrijven hoe de VOC en WIC handeldreven 
  • Je kan een omschrijving geven van het begrip monopolie en wereldeconomie

Slide 4 - Slide

Grote handelsbedrijven
  • Rond 1600 vraag naar specerijen groot
  • Hierdoor prijzen hoog
  • Eerst alleen portugal --> veel winst

  • Hollandse & Zeeuwse kooplieden wilden dit ook. 

Slide 5 - Slide

Grote handelsbedrijven
  • Samen bedrijven opdrichten voor handel Azië
  • Voordelen:
  • Hoge kosten delen v/d reis
  • Als reis mis ging (kapers of storm) --> niet te veel verloren

  • Winst werd gedeeld

Slide 6 - Slide

Grote handelsbedrijven
  • Veel bedrijven naar Azië --> prijzen stijgen.
  • Daarom: 1602 oprichten 1 groot bedrijf (compagnie): 
  • VOC --> Verenigde Oost-Indische compagnie
  • Monopolie (alleen recht) op handel met Azië (oost-indië)
  • --> geen concurrentie --> prijzen laag

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Grote handelsbedrijven
  • 1621 WIC opgericht --> West Indische Compagnie
  • Monopolie op West-Indië --> Amerika (Tabak + suiker)

  • VOC + WIC 2 belangrijke kenmerken:
  • Iedereen kan geld investeren --> deel winst krijgen
  • Speciale rechten: monopolie, oorlog voeren, forten bouwen, verdragen sluiten 

Slide 9 - Slide

Wereldeconomie

Een economie waarin landen van over de hele wereld producten aan elkaar verkopen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Opdrachten maken 
1 t/m 6

Als je een antwoord niet weet --> vraag om hulp
Wees zo volledig mogelijk in je antwoord --> geen steekwoorden

Slide 12 - Slide