Inleiding hf 7

TV 7
  • Tijdvak Pruiken en Revoluties
  • 1700-1800
  •         kenmerkende aspecten
  • Intro Haïti



1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

TV 7
  • Tijdvak Pruiken en Revoluties
  • 1700-1800
  •         kenmerkende aspecten
  • Intro Haïti



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke revoluties?
Frankrijk (1789)
Amerika  (1775)
Nederlandse Republiek (1795)
Haïti (1791)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Kenmerkende aspecten 

27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.

28 Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur  verlicht te maken (verlicht absolutisme).

29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Intro
  • 1791-1804: Haïtiaanse revolutie >geïnspireerd door de idealen van de Franse Revolutie (vrijheid, gelijkheid, broederschap) 


  • revolutie waar nieuwe ideeën samenleving gecombineerd worden met het afschaffen van de slavernij  --> 1804 onafhankelijk Haïti met eigen grondwet

Slide 5 - Slide

- machtsmisbruik en de standensamenleving komen ten einde - voortaan is de derde stand (burgers en boeren)aan de macht

Slide 6 - Slide

De Haïtiaanse Revolutie (1791—1804) was een slavenopstand in de toenmalige Franse kolonie Saint-Domingue en leidde tot de vrije zwarte republiek Haïti. De katalysator voor deze opstand was de Franse Revolutie. De opstand slaagde doordat er een overmacht van vijftien keer zoveel slaven als kolonisten was.[bron?] Daarnaast kwamen de Fransen ook in een oorlog met Groot-Brittannië en Spanje terecht. De revolutie bestond uit twee oorlogen.

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Maak op blz 126 vraag 1, 2 en 4

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Vraag 1
  • a Andere Europese landen waren bang dat ook in de koloniën die door hen bestuurd werden de onafhankelijkheid zou worden uitgeroepen en dat de slavernij daar zou worden afgeschaft. Als dat zou gebeuren, wilden ook zij aanspraak op een schadevergoeding.
  • b.  een van de volgende:
  • 1 Ze wilden voorkomen dat de voormalige kolonisator de strijd zou aangaan over het voormalige bezit en de opbrengsten daarvan.
  • 2 Ze wilden de voormalige kolonisator wel graag als handelspartner blijven houden.
  • 3 Door de voormalige kolonisator tegemoet te komen in de schadeloosstelling, hoopten de Haïtianen op een rustiger overgangsperiode van plantagekolonie naar zelfstandige natie.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vraag 2
Een politiek idee dat nieuw was: de volkssoevereiniteit. In de eerste regels van de grondwet van Haïti staat dat gesproken wordt uit naam van het volk die “ons wettelijk hebben afgevaardigd als betrouwbare sprekers en vertegenwoordigers van hun wil”.
 
Een maatschappelijk idee dat nieuw was: alle mensen zijn gelijk. In de eerste regels van de grondwet van Haïti staat dat er geen sprake meer is van “buitengesloten kinderen” zoals dat ten tijde van de slavernij het geval was.


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vraag 4
Haïti werd omringd door Engelse koloniën met plantage-economieën. Groot-Brittannië was erg bang dat de onafhankelijkheidsstrijd van Haïti andere, Britse koloniën op het idee zou brengen om ook in opstand te komen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions