Argumenteren 6e ed. paragraaf 4 en 5

Argumenteren 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Argumenteren 

Slide 1 - Slide

paragraaf 4
Drogredenen:
drogredenen zijn fouten in argumentaties
- er wordt een argumentatieschema onjuist gebruikt
- er wordt een discussieregel overtreden

Slide 2 - Slide

onjuist gebruik van een argumentatieschema
  • onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema
  • onjuist beroep op het kenmerk- of eigenschapsschema
  • onjuist beroep op het voor- en nadelenschema: overdrijven van voor- of nadelen
  • onjuist beroep op het voor- of nadelenschema: vals dilemma
  • onjuist beroep op het voorbeeldschema: overhaaste generalisatie
  • onjuist beroep op het vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking
  • onjuist beroep op het autoriteitsschema

We oefenen op de volgende dia's. Wil je extra oefenen? Dan kun je opdr. 2 maken op blz. 211.

Slide 3 - Slide

Bij Monique thuis hadden ze vroeger geen enkel huisdier; geen wonder dat ze zo bang voor honden is.

Van welke drogreden is sprake?
A
onjuist beroep op het kenmerk- of eigenschapsschema
B
onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema
C
onjuist beroep op het vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking
D
onjuist beroep op het voorbeeldschema: overhaaste generalisatie

Slide 4 - Quiz

Ik denk wel dat hij zijn rijexamen in één keer haalt: hij haalde zijn vwo-examen ook op zijn gemak.

Van welke drogreden is sprake?
A
onjuist beroep op het kenmerk- of eigenschapsschema
B
onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema
C
onjuist beroep op het vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking
D
onjuist beroep op het voorbeeldschema: overhaaste generalisatie

Slide 5 - Quiz

Karel zal wel niet van voetballen houden, want hij is een overtuigd pacifist.

(pacifist = iemand die op het standpunt staat dat geweld geen geschikt middel is om problemen op te lossen)

Van welke drogreden is sprake?
A
onjuist beroep op het kenmerk- of eigenschapsschema
B
onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema
C
onjuist beroep op het vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking
D
onjuist beroep op het voorbeeldschema: overhaaste generalisatie

Slide 6 - Quiz

Mijn opa heeft zijn hele leven gerookt en is inmiddels 89. Roken is blijkbaar helemaal niet zo ongezond als wel beweerd wordt.

Van welke drogreden is sprake?
A
onjuist beroep op het kenmerk- of eigenschapsschema
B
onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema
C
onjuist beroep op het vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking
D
onjuist beroep op het voorbeeldschema: overhaaste generalisatie

Slide 7 - Quiz

Onze leraar Nederlands zegt ook dat paardrijden eigenlijk een vorm van dierenmishandeling is.

Van welke drogreden is sprake?
A
onjuist beroep op het autoriteitsschema
B
onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema
C
onjuist beroep op het voor- en nadelenschema: overdrijven van voor- en nadelen
D
onjuist beroep op het voor- of nadelenschema: vals dilemma

Slide 8 - Quiz

Als je niet toegelaten wordt tot de toneelschool, kun je het wel vergeten ooit BN'er te worden.

Van welke drogreden is sprake?
A
onjuist beroep op het autoriteitsschema
B
onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema
C
onjuist beroep op het voor- en nadelenschema: overdrijven van voor- en nadelen
D
onjuist beroep op het voor- of nadelenschema: vals dilemma

Slide 9 - Quiz

U kunt het beste met Djoser op reis gaan: alleen maar boeiende bestemmingen, aangenaam gezelschap en altijd mooi weer.

Van welke drogreden is sprake?
A
onjuist beroep op het autoriteitsschema
B
onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema
C
onjuist beroep op het voor- en nadelenschema: overdrijven van voor- en nadelen
D
onjuist beroep op het voor- of nadelenschema: vals dilemma

Slide 10 - Quiz

Je zult je muzikantenbestaan op moeten geven als je medicijnen wilt gaan studeren.

Van welke drogreden is sprake?
A
onjuist beroep op het autoriteitsschema
B
onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema
C
onjuist beroep op het voor- en nadelenschema: overdrijven van voor- en nadelen
D
onjuist beroep op het voor- of nadelenschema: vals dilemma

Slide 11 - Quiz

overtreden van een discussieregel
  • persoonlijke aanval
  • ontduiken van de bewijslast
  • vertekenen van het standpunt
  • bespelen van het publiek
  • cirkelredenering 

We oefenen op de volgende dia's.

Slide 12 - Slide

Als jij altijd naar de formule 1 zit te kijken, geef je mijns inziens niets om het milieu.

Van welke drogreden is sprake?
A
bespelen van het publiek
B
cirkelredenering
C
persoonlijke aanval
D
vertekenen van het standpunt

Slide 13 - Quiz

Iedereen heeft het recht op vrije meningsuiting, want iedereen mag zeggen wat hij wil.

Van welke drogreden is sprake?
A
bespelen van het publiek
B
cirkelredenering
C
ontduiken van de bewijslast
D
vertekenen van het standpunt

Slide 14 - Quiz

Je moet zo'n veganistische hipster nooit geloven.

Van welke drogreden is sprake?
A
bespelen van het publiek
B
cirkelredenering
C
persoonlijke aanval
D
vertekenen van het standpunt

Slide 15 - Quiz

Het is toch pure verspilling van gemeenschapsgeld om deze nutteloze, zogenaamde kunst te exposeren in een rijksmuseum!

Van welke drogreden is sprake?
A
bespelen van het publiek
B
cirkelredenering
C
persoonlijke aanval
D
vertekenen van het standpunt

Slide 16 - Quiz

Ik kan niet geloven dat de dieren zomaar gebruik gaan maken van het wildviaduct. Laat Milieudefensie eerst maar eens met bewijzen daarvoor op de proppen komen.

Van welke drogreden is sprake?
A
bespelen van het publiek
B
persoonlijke aanval
C
ontduiken van de bewijslast
D
vertekenen van het standpunt

Slide 17 - Quiz

opdrachten
We maken nu opdracht 4, 5, 9 en 10 uit het boek (blz. 212-215).

Je kunt evt. ook nog oefenen met de andere opdrachten uit het boek. 

Slide 18 - Slide

paragraaf 5
aanvaardbaarheid van een argumentatie
- de argumenten zijn op zichzelf aanvaardbaar
- de argumenten zijn relevant
- de argumenten zijn onderling consistent
- de argumenten zijn samen toereikend voor het ingenomen standpunt

Slide 19 - Slide

opdrachten
We maken nu opdracht 1 op blz. 217-218.
Je kunt zelfstandig nog opdr. 2 op blz. 220-222 maken. 
Tekst 2 is een reactie op tekst 1.

Slide 20 - Slide

toets 
Wat moet je leren voor de toets leesvaardigheid en argumenteren (periode 3)?

  • Basis paragraaf 1 t/m 8
  • Lezen paragraaf 1,3,4 en 5
  • Argumenteren paragraaf 1 t/m 5

Slide 21 - Slide