H2.3 De Inuit in het poolgebied

Par. 2.3   De Inuit in het poolgebied
In het poolgebied is het altijd koud. Hoe komt dat? En waar wonen de bewoners van het poolgebied?
Deel 1
1 / 47
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Par. 2.3   De Inuit in het poolgebied
In het poolgebied is het altijd koud. Hoe komt dat? En waar wonen de bewoners van het poolgebied?
Deel 1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Planning:

  • Uitleg paragraaf 3: De Inuit in het poolgebied 
  • maken opdrachten 1 t/m 5
  • filmpje
Aan het einde van de les ken je deze begrippen:
  • noordpoolcirkel
  • toendra (klimaat)
  • taiga (klimaat)
  • permafrost
  • landijs
  • zee-ijs
  • pool (klimaat)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Slide

Aan de slag!

Werkboek 
Maken opdrachten 1 t/m 5

Eerste 5 minuten in stilte.
Vragen? steek je vinger op.


timer
10:00

Slide 11 - Slide

Par. 2.3   De Inuit in het poolgebied
In het poolgebied is het altijd koud. Hoe komt dat? En waar wonen de bewoners van het poolgebied?
deel 2

Slide 12 - Slide

Planning
Herhaling vorige les
Uitleg
Opdrachten maken

Slide 13 - Slide

Waarom is het koud op de noordpool
A
De zonnestralen vallen schuin in en verwarmen een groot oppervlak
B
De zonnestralen vallen loodrecht, verwarmen een klein oppervlak
C
De zonnestralen leggen een lange weg af naar de polen
D
Ze zonnestralen leggen een korte weg af naar de polen

Slide 14 - Quiz

Wat is permafrost?
A
Eeuwige sneeuw
B
Altijd bevroren ondergrond
C
Gletsjers
D
de bovenste laag van de grond bevriest in de winter

Slide 15 - Quiz

Wat groeit er in de taiga?
A
Loofbomen
B
Grassen en struiken
C
Niets
D
Naaldbomen

Slide 16 - Quiz

Wat groeit er op de toendra?
A
Loofbomen
B
Naaldbomen
C
Grassen en struiken
D
Niets

Slide 17 - Quiz

Op groenland wonen de mensen ..
A
Aan de kust
B
In het binnenland

Slide 18 - Quiz

de bevolkingsdichtheid op Groenland is... dan in Nederland
A
Hoger
B
Lager

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Belangrijk: Bij aardrijkskunde moet je vaak gebieden met elkaar vergelijken.
--> Zorg dat beide gebieden in je antwoord staan!

Slide 22 - Slide

Iqaluit - Tefé: In Iqaluit is de temperatuur lager dan in Tefé, en er valt minder neerslag.

Iqaluit - Oodnadatta: In Iqaluit is het veel kouder dan in Oodnadatta, en er valt iets meer neerslag.

Slide 23 - Slide

Aan de slag!

Werkboek 
Maken: 



Eerste 5 minuten in stilte!
timer
5:00

Slide 24 - Slide

Par. 2.3   De Inuit in het poolgebied
In het poolgebied is het altijd koud. Hoe komt dat? En waar wonen de bewoners van het poolgebied?
deel 3
herhaling van
de theorie

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Smelten van de poolkap ook positief?

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Aan het einde van de les kan/weet je:
  • B49 (luchtstreken)
  • B85 (Loofbos)
  • B86 (naaldbos//Taiga)
  • wat de verschillende luchtstreken zijn
  • wat de kenmerken van een loofbos en naaldbos zijn

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

terugblik vragen
  1. Noem een kenmerk van toendra.
  2. Noem een kenmerk van taiga.
  3. Waar komt permafrost voor?
  4. Noem een verschil tussen land en zee ijs

Beantwoord in tweetallen deze vragen binnen 2 minuten 
timer
2:00

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

luchtstreken
  • gebieden die aangeven hoe warm of koud het daar kan worden
  • dit kan door middel van breedtecirkels of gebieden van gelijke temperatuur met elkaar verbinden door een lijn

Slide 36 - Slide

tropen/tropische zone
  • hele jaar door warm
  • tussen de 23.5 N.B. en de 23.5 Z.B. 

Slide 37 - Slide

keerkringen
  • 21 Juni langste dag op noordelijk halfrond
  • de zon staat dan loodrecht op de Kreeftskeerkring (23,5 Graden N.B.)
  • december langste dag op zuidelijk halfrond zon staat dan loodrecht op de steenbokskeerkring (23,5 Graden Z.B.)

Slide 38 - Slide

gematigde zone
  • tussen de 23.5 en 66.5 N.B. en Z.B.
  • niet te warm of te koud. in winter vriest het weinig en niet lang/vaak 30 graden

Slide 39 - Slide

subtropen
  • niet zo warm en vochtig als de tropen
  • warmer dan de gematigde zone
  • minder regen dan beide zones
  • tussen 23.5 en 40° noorderbreedte en 23.5 - 40° zuiderbreedte

Slide 40 - Slide

poolstreken/polaire zone
  • vanaf 66.5 N.B. of Z.B.
  • bijna altijd onder de 0 graden
  • in de zomer bijna 24 uur licht
  • in de winter bijna 24 uur donker

Slide 41 - Slide

loofbos
  • komt voor in de gematigde , tropische en subtropsiche zone
  • heeft een warme periode van 10+ graden nodig

Slide 42 - Slide

naaldbos
  • groeien in het taiga klimaat
  • kunnen tegen -3 graden maar hebben ook een warme (10+) zomer nodig

Slide 43 - Slide

polaire zone
gematigde zone
subtropen
tropische zone

Slide 44 - Drag question

terugblik vragen
  1. benoem de verschillende luchtstreken
  2. noem een kenmerk van één van de luchtstreken
  3. noem één verschil tussen een loofbos en naaldbos

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Je gaat de volgende gebieden bezoeken
Tropisch regenwoud
In het Engels

Tropical rainforrest
Taiga

Slide 47 - Slide