This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Tijd van pruiken en revoluties
H6 Revolutie! Alles moet anders.
Par. 6.2 De Franse Revolutie
Slide 1 - Slide
Tijdvak: Tijd van pruiken en revoluties
1700-1800
Periode: vroegmoderne tijd
1500-1800
Slide 2 - Slide
Invalshoeken
Economisch:
Wat zijn de middelen van bestaan?
Leven mensen van de jacht, landbouw, industrie?
Hoe komen mensen aan hun inkomsten?
Geld
Slide 3 - Slide
Invalshoeken
Politiek-bestuurlijk:
Bestuur: is het land een koninkrijk, keizerrijk of een republiek?
Wie is de baas?
Welke regels en wetten zijn er?
Slide 4 - Slide
Invalshoeken
sociaal:
Leefomstandigheden van mensen.
Sociale lagen.
Standen.
Zijn er grote verschillen tussen mannen/vrouwen en arm/rijk?
Leven de mensen in de stad of op het platteland?
Slide 5 - Slide
Invalshoeken
cultureel:
Gaat vooral over:
geloof
kunst
wetenschap
Slide 6 - Slide
Feit en mening
feit: een feit is iets waarover geen discussie bestaat. Als iets in meerdere (betrouwbare) bronnen wordt genoemd, dan mag je aannemen dat het zo gebeurd is.
mening: iets wat een persoon vindt, persoonsgebonden en kan dus veranderen.
Slide 7 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat er veranderde in Frankrijk door het invoeren van een grondwet en grondrechten.
Je kunt uitleggen wat er met de Franse koning gebeurde tijdens de Franse Revolutie.
Je kunt beschrijven hoe de Franse Revolutie uitliep op terreur.
Je kent de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.
Slide 8 - Slide
Grote veranderingen
Vanaf juli 1789 was Lodewijk XVI zijn macht kwijt.
De macht was nu in handen van de nieuwe volksvertegenwoordiging.
Slide 9 - Slide
Grote veranderingen
De nieuwe volksvertegenwoordiging schafte de voorrechten van geestelijkheid en adel af.
De standenmaatschappij was voorbij!
Slide 10 - Slide
Grote veranderingen
Voortaan alle Fransen dezelfde grondrechten =
basisrechten als vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst.
Daardoor gelijkheid!
De grondrechten samen beschermden de vrijheid van elke burger.
Een bestuur kon bijv. vrijheid van meningsuiting niet verbieden.
Slide 11 - Slide
Grote veranderingen
In 1791 kwam er een nieuwe grondwet.
Daarin stond hoe Frankrijk voortaan bestuurd zou worden.
Slide 12 - Slide
Grote veranderingen
Niet iedereen kreeg evenveel macht.
Alleen rijke mannen kregen kiesrecht.
Zij kozen de mensen voor de volksvertegenwoordiging.
Slide 13 - Slide
Grote veranderingen
De volksvertegenwoordiging nam de besluiten.
De koning moest de besluiten uitvoeren.
In de grondwet waren de grondrechten ook opgenomen.
Slide 14 - Slide
Wat is géén grondrecht?
A
Vrijheid van meningsuiting
B
Vrijheid van godsdienst
C
Vrijheid van privacy
D
Vrijheid van vakantie
Slide 15 - Quiz
De situatie waarin alle burgers mogen denken, doen en laten wat ze willen.
A
Vrijheid
B
Gelijkheid
Slide 16 - Quiz
Een situatie waarin alle burgers dezelfde rechten hebben.
A
Vrijheid
B
Gelijkheid
Slide 17 - Quiz
Een basisrecht van elke burger, bijvoorbeeld vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting.
A
Grondrecht
B
Grondwet
Slide 18 - Quiz
Document waarin de grondrechten van burgers staan en waarin staat hoe het land bestuurd wordt.
A
Grondrecht
B
Grondwet
Slide 19 - Quiz
Zonder koning verder
Niet alle Fransen waren blij met de revolutie.
Duizenden Franse edellieden vluchtten uit Frankrijk.
De geestelijkheid en de adel hadden hun voorrechten verloren en het nieuwe bestuur pikte hun land en andere bezittingen in.
Slide 20 - Slide
Zonder koning verder
Ook koning Lodewijk XVI voelde zich bedreigd door de derde stand.
In 1791 vluchtte hij daarom met zijn gezin naar Oostenrijk.
Dit mislukt!
Lodewijk XVI werd gearresteerd en teruggebracht naar Parijs.
Slide 21 - Slide
Zonder koning verder
In Parijs moest Lodewijk instemmen met de nieuwe grondwet.
De Fransen vertrouwden Lodewijk XVI niet meer.
Veel mensen waren bang dat Lodewijks XVI de macht weer terug zou pakken.
Slide 22 - Slide
Zonder koning verder
Daarom werd Lodewijk XVI door de volksvertegenwoordiging in 1792 afgezet als koning.
Frankrijk was nu een republiek!
Lodewijk werd beschuldigd van landverraad en in 1793 gedood onder de guillotine!
Slide 23 - Slide
Waarom vlucht Lodewijk XVI met zijn gezin naar Oostenrijk?
A
Hij hoopte de koningen uit andere landen hem zouden helpen om de macht terug te krijgen.
B
Hij hoopte dat de gevluchte edelen hem zouden helpen om de macht terug te krijgen.
C
Hij voelde zich bedreigd door de derde stand en hoopte in Oostenrijk een nieuw bestaan op te bouwen.
D
Hij wilde Oostenrijk gaan veroveren en daar koning worden nu hij in Frankrijk weinig macht meer had.
Slide 24 - Quiz
Is de vlucht van Lodewijk XVI en zijn gezin naar Oostenrijk succesvol?
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quiz
1791
A
Lodewijk XVI afgezet als koning van Frankrijk
B
Lodewijk XVI vlucht naar Oostenrijk
C
Frankrijk krijgt een nieuwe grondwet
D
Lodewijk XVI wordt gedood onder de guillotine
Slide 26 - Quiz
1792
A
Lodewijk XVI afgezet als koning van Frankrijk
B
Lodewijk XVI vlucht naar Oostenrijk
C
Frankrijk krijgt een nieuwe grondwet
D
Lodewijk XVI wordt gedood onder de guillotine
Slide 27 - Quiz
1793
A
Lodewijk XVI afgezet als koning van Frankrijk
B
Lodewijk XVI vlucht naar Oostenrijk
C
Frankrijk krijgt een nieuwe grondwet
D
Lodewijk XVI wordt gedood onder de guillotine
Slide 28 - Quiz
De Terreur
Veel rijke burgers waren tevreden met de grondwet van 1791.
Maar volgens sommige Fransen ging de revolutie nog niet ver genoeg.
Deze mensen noemen we de radicalen.
Arme burgers moesten ook kiesrecht krijgen!
De armen steunden de radicalen.
Zij waren teleurgesteld in de revolutie: weinig verbeteringen en nog steeds veel armoede.
Slide 29 - Slide
De Terreur
In 1793 kwamen de radicalen aan de macht.
Alle mannen kiesrecht.
In werkelijkheid geen democratie!
Om de baas te blijven en de revolutie te redden werden tegenstanders gedood.
Zo begon de Terreur!
Slide 30 - Slide
De Terreur
Iedereen met kritiek , werd veroordeeld tot de guillotine.
Duizenden Fransen vonden de dood.
In 1794 kwam er een einde aan de Terreur.
Toen werd de leider van de radicalen zelf ter dood veroordeeld.