Deel 3 H 5
Naar aanleiding van een inkoopfactuur uit een EU-land met goederen tegen 9% btw boek je de btw op de rekening
A
Te vorderen btw
B
Te betalen btw verwerving goederen binnen EU
C
Te vorderen btw én Te betalen btw verwerving goederen binnen EU
1 / 12
Items in this lesson
Naar aanleiding van een inkoopfactuur uit een EU-land met goederen tegen 9% btw boek je de btw op de rekening
A
Te vorderen btw
B
Te betalen btw verwerving goederen binnen EU
C
Te vorderen btw én Te betalen btw verwerving goederen binnen EU
Slide 1 - Quiz
Een kassaldo staat op een invoerscherm
A
altijd tussen haakjes
B
nooit tussen haakjes
C
soms wel en soms niet tussen haakjes
Slide 2 - Quiz
Een banksaldo staat op een invoerscherm
A
altijd tussen haakjes
B
nooit tussen haakjes
C
soms wel en soms niet tussen haakjes
Slide 3 - Quiz
Rekeningen in het invoervenster van het memoriaalboek
A
debiteer je altijd
B
crediteer je altijd
C
debiteer en crediteer je altijd
Slide 4 - Quiz
De gekoppelde rekening in het verkoopboek is de rekening
A
Bank
B
Crediteuren
C
Debiteuren
D
Opbrengst verkopen
Slide 5 - Quiz
De gekoppelde rekening in het inkoopboek is de rekening
A
Bank
B
Crediteuren
C
Inkopen
D
Voorraad goederen
Slide 6 - Quiz
Als de bedragen in een invoervenster van een inkoopboek niet tussen haakjes staan, dan noteer je
A
de rekening debiteuren credit
B
de rekening crediteuren debet
C
De rekening te vorderen btw debet
D
de rekening te betalen btw credit
Slide 7 - Quiz
Als bedragen in een invoervenster van een verkoopboek niet tussen haakjes staan, dan noteer je
A
de rekening debiteuren credit
B
de rekening crediteuren debet
C
de rekening te betalen btw credit
D
de rekening te vorderen btw debet
Slide 8 - Quiz
Als alle bedragen in een invoervenster van een inkoopboek tussen haakjes staan, dan noteer je
A
de rekening crediteuren debet
B
de rekening te vorderen btw debet
C
de rekening debiteuren credit
Slide 9 - Quiz
Als alle bedragen in een invoervenster van een verkoopboek tussen haakjes staan, dan noteer je
A
de rekening debiteuren credit
B
de rekening crediteuren debet
C
de rekening te vorderen btw debet
D
de rekening te betalen btw credit
Slide 10 - Quiz
Wat is de juiste vertaling van
liquiditeitsratio
liquiditeitsratio
A
order confirmation
B
sales
C
profitability ratio
D
liquidity ratio
Slide 11 - Quiz
Wat is de juiste vertaling van
'Vaste activa'
'Vaste activa'
A
current liabilities
B
fixed assets
C
debtor ratio
D
profitability ratio
