slimleren les 3

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2-6

Activiteit die je doet omdat je het leuk/ interessant vindt

Activiteit die je vooral doet omdat je een straf krijgt als je het niet doet

Activiteit die je vooral doet omdat er iets positiefs volgt als je het doet

activiteit die je vooral doet omdat je het nut ervan inziet

Sara heeft 's ochtends heftige ruzie met haar moeder gehad en is midden in de ruzie naar school vertrokken. Zij is die dag niet geïnteresseerd in wat de leraar te vertellen heeft

1. Autonomie, ik kan het zelf
2. Competentie, ik kan het
3. Relatie, ik hoor erbij

Guido wil best leren voor toetsen, maar hij heeft geen idee hoe hij dit moet aanpakken

1. Autonomie, ik kan het zelf
2. Competentie, ik kan het
3. Relatie, ik hoor erbij

Ahmed snapt zijn wiskundesommen al lang en kan ze foutloos maken, dat heeft hij gisteren thuis al geprobeerd, maar hij moet toch naar de uitleg van de wiskunde leraar luisteren en alle sommen maken.

1. Autonomie, ik kan het zelf
2. Competentie, ik kan het
3. Relatie, ik hoor erbij

Pieter voelt zich buitengesloten in de klas, hij is daar bewust en onbewust constant mee bezig. Hij voelt zich niet geaccepteerd en daardoor niet fijn in de klas. Het lukt heb hierdoor niet om te leren

1. Autonomie, ik kan het zelf
2. Competentie, ik kan het
3. Relatie, ik hoor erbij

Joost heeft het gevoel dit natuurkunde hoofdstuk toch nooit te kunnen begrijpen, waardoor hij er maar niet aan begint.

1. Autonomie, ik kan het zelf
2. Competentie, ik kan het
3. Relatie, ik hoor erbij

Sam heeft veel moeite met de manier waarop de geschiedenisleraar lesgeeft. Hij heeft het gevoel dat hij niets heeft in te brengen en dat hij gewoon moet doen wat er gezegd wordt, ook als ziet hij het nut daar niet van in en kan de leraar hem dat ook niet uitleggen.

1. Autonomie, ik kan het zelf
2. Competentie, ik kan het
3. Relatie, ik hoor erbij

Petra wordt thuis enorm op de nek gezeten bij het leren en maken van huiswerk. Haar ouders willen zo graag dat ze het goed doet, maar zij heeft het gevoel dat ze gecontroleerd wordt, terwijl ze zelf haar keuzes wil maken.

1. Autonomie, ik kan het zelf
2. Competentie, ik kan het
3. Relatie, ik hoor erbij