Markten 3.1

Hoofdstuk 3 markten 
De theorie van volkomen concurrentie werd in de jaren 1870 opgesteld door Walras
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 markten 
De theorie van volkomen concurrentie werd in de jaren 1870 opgesteld door Walras

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  1. Je kan aangeven wat een markt is
  2. Je kan verschillende markten benoemen
  3. De kan eigenschappen van een markt omschrijven

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Onderscheid 
Er zijn twee belangrijke vragen om ordening aan te brengen in marktsectoren
1. Hoe groot is het aantal aanbieders
?
2. Wat is de aard van het verhandelde product
?

Slide 4 - Slide

De NS
Er is maar "1" aanbieder van de treinreis Steenwijk naar Amsterdam

Slide 5 - Slide

Aanbod schoenen
In elke winkelstraat en op internet is het aankopen van schoenen mogelijk

Slide 6 - Slide

Aanbod vliegreizen is beperkt

Slide 7 - Slide

Zoek een plaatje of foto op van een product met veel aanbieders?

Slide 8 - Open question

Homogeen
Een homogeen product heeft eigenschappen die veel met elkaar gemeen hebben.

De diesel bij de shel is exact hetzelfde als de diesel bij BP

Slide 9 - Slide

Heterogeen
Een heterogeen product onderscheid zich ten opzichte van andere "soortgelijke" producten. Iphone vs samsung galaxy bijvoorbeeld

Slide 10 - Slide

Welk product is homogeen
A
Kaas
B
Bier
C
Wijn
D
Graan

Slide 11 - Quiz

Welk product is heterogeen
A
Een Mars
B
Een volkorenbrood
C
Een flesje spa water
D
Aardappelen

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Nederlandse Spoorwegen
Vitens
Monopolie

Slide 14 - Slide

Supermarkten
Internet en telefonie
Heterogeen oligopolie

Slide 15 - Slide

Energie
Brandstof
Homogeen oligopolie 

Slide 16 - Slide

Aardappellen 
Melk
Volkomen concurrentie 

Slide 17 - Slide

Kleding
Restaurants
Monopolistische concurrentie 

Slide 18 - Slide

Wat is een kenmerk van een monopolie
A
Veel aanbieders
B
Heterogeen product
C
Weinig aanbieders
D
Onderscheidend

Slide 19 - Quiz

Wat is geen monopolistische concurrentie
A
Cafés
B
Restaurants
C
Webwinkels
D
Snackbar

Slide 20 - Quiz

In welk marktvorm functioneert Transavia
A
Monopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Homogeen oligopolie
D
Heterogeen oligopolie

Slide 21 - Quiz

Zijn er nog vragen?

Slide 22 - Slide

Aan de slag
3.1 tot en met 3.10

Slide 23 - Slide