Schrijven (Jaar 2)

HERHALING SCHRIJVEN
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

HERHALING SCHRIJVEN

Slide 1 - Slide

Wat is het tekstdoel van een betoog?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 2 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een advertentie?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 3 - Quiz

Wat is het verschil tussen overtuigen (betoog) en activeren (advertentie)?

Slide 4 - Open question

In een betoog ben je altijd OF voor OF tegen een stelling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

In een betoog wil je dus de lezer overtuigen van je mening (voor of tegen). Waarmee overtuig je iemand?

Slide 6 - Open question

"Ik vind dat huiswerk moet worden afgeschaft omdat het zinloos is"
A
Goed argument
B
Slecht argument

Slide 7 - Quiz

"Ik vind dat huiswerk moet worden afgeschaft, omdat het veel stress oplevert bij scholieren."
A
Goed argument
B
Slecht argument

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Ben je het (na het horen van de argumenten) meer eens met de voorstanders of te tegenstanders?

Slide 10 - Open question

INLEIDING

Slide 11 - Slide

In de inleiding van je betoog, vertel je je mening over het onderwerp
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Welke informatie staat er nog meer in de inleiding?

Slide 13 - Open question

KERN

Slide 14 - Slide

Elk argument dat je geeft, komt in een eigen alinea
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Hoeveel argumenten (en dus alinea's) wil je minimaal in je betoog hebben?

Slide 16 - Open question

Welke tekstverbanden (voor signaalwoorden) komen voor in de kern?
A
Opsomming
B
Reden
C
Conclusie
D
Tijdsvolgorde

Slide 17 - Quiz

Welke signaalwoorden gebruik je voor een opsomming?

Slide 18 - Open question

Welke signaalwoorden gebruik je voor een reden?

Slide 19 - Open question

SLOT

Slide 20 - Slide

In het slot geef je extra argumenten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Welke signaalwoorden kun je gebruiken om je conclusie aan te kondigen?

Slide 22 - Open question

Hoe kun je het beste leren voor de toets?
A
Signaalwoordenlijst en argumentatieschema uit je hoofd leren
B
Betogen lezen op bijv. scholieren.com
C
Kijken naar een debat op youtube
D
Alle lesstof van 3.4 en 4.4 doornemen

Slide 23 - Quiz

Hoe is de toets opgedeeld?
A
50% betoog, 50% advertentie
B
75% betoog, 25% advertentie
C
25% betoog, 75% advertentie

Slide 24 - Quiz

STELLING
"Ouders mogen geen cijfers en huiswerk meer checken op Magister, zonder dat hun kind daar toestemming voor geeft."

Voor of tegen?

Slide 25 - Slide