Les 4 van 6 de maatschappij en ik V1A

Startklaar 1
1 / 24
next
Slide 1: Slide
WereldcampusMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Startklaar 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Telefoon
  • De leerlingen hebben hun telefoon thuis, in de kluis of in het Zakkie
  • Wanneer de leerling toch de telefoon erbij pakt, volgt een eerste waarschuwing
  • De leerling wordt in de gelegenheid gesteld zich te corrigeren en zijn/haar telefoon alsnog in het Zakkie te doen. 
  • Wanneer een leerling geen Zakkie bij zich heeft, dan dient de leerling deze thuis op te halen of een nieuwe te kopen bij de balie (5 euro). 
  • Wanneer een leerling weigert volgt de procedure van “eruit gestuurd”.  
Startklaar 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De Maatschappij en IK!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning

- Lesdoelen
- Terugblik (10 min)
- Actualiteit (10 min)
- Uitleg argumenten (10 min) 
- Oefenen met stellingen en argumenten 
  (25 min)
- Afsluiting. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Gelijkheid/gelijkwaardigheid =
A
Een waarde die voor veel mensen en culturen belangrijk is
B
Dat alle mensen gelijk en even belangrijk zijn
C
Zo belangrijk dat het in artikel 1 van onze Grondwet staat
D
Antwoord a, b en c zijn juist

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Het is belangrijk dat alle mensen gelijk zijn omdat...
A
Alle mensen gelijk behandeld moeten worden
B
Alle mensen dezelfde kansen moet krijgen
C
Alle mensen zich moet kunnen ontwikkelen
D
Antwoord a, b en c zijn juist

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Alle mensen zijn gelijk, worden alle mensen ook gelijk behandeld? Leg uit

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Noem een groep of beweging die vroeger of nu strijdt voor meer gelijke rechten tussen mensen

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

LEZEN 10 min
Leesmoment
https://nos.nl/artikel/2568745-artsen-adviseren-politiek-onder-de-14-jaar-geen-smartphone-meer
Lees het bericht. 
1) Wat is het standpunt van de artsen en deskundigen?
2) Noem 3 argumenten uit de tekst voor dit standpunt. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

      Lesdoelen

- Jullie kunnen uitleggen aan welke 2 eisen een goed argument moet voldoen. 

- Jullie kunnen oefenen met het geven van argumenten voor en tegen een stelling.




Slide 10 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Slide 11 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Schrijf op
Een goed argument: 

1) Is waar. Dat wil zeggen het is juist en gebaseerd op feiten

2) Is logisch. Dat wil zeggen dat het een goede uitleg geeft.

Slide 12 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Voorbeeld

Smartphones op school moeten verboden worden,
want dan kunnen leerlingen zich beter concentreren en halen zij beter prestaties op school.  

1) Is waar? Dat wil zeggen het is juist en gebaseerd op feiten. 
2) Is logisch? Dat wil zeggen dat het een goede uitleg geeft. 

Slide 13 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Voorbeeld

Smartphones op school moeten verboden worden,
want ik denk dat de slechte invloed op leerprestaties wel meevalt. 

1) Is waar? Dat wil zeggen het is juist en gebaseerd op feiten. 
2) Is logisch? Dat wil zeggen dat het een goede uitleg geeft. 

Slide 14 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Voorbeeld

Smartphones op school moeten verboden worden,
want dan kunnen leerlingen zich beter concentreren. 

1) Is waar? Dat wil zeggen het is juist en gebaseerd op feiten. 
2) Is logisch? Dat wil zeggen dat het een goede uitleg geeft. 

Slide 15 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Voorbeeld
Smartphones op school moeten niet
verboden worden, want leerlingen hebben deze nodig voor het maken van opdrachten en huiswerk en dat gaat ten kosten van hun prestaties.   

1) Is waar? Dat wil zeggen het is juist en gebaseerd op feiten. 
2) Is logisch? Dat wil zeggen dat het een goede uitleg geeft. 

Slide 16 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag 
Oefenen met het geven van argumenten. 

Lees de stelling. Bedenk of je voor of tegen bent. 
Bedenk een goed argument VOOR of TEGEN de stelling.
Vul in Lesson Up of schijf op: Ja, want....  / Nee, want..... 

Let op: een argument is WAAR en LOGISCH (legt uit). 

Slide 17 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Stelling 1: In Nederland heeft iedereen vrijheid

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Stelling 2: School moet pas om 09.30 uur starten.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Stelling 3: Social media moet verboden worden voor iedereen jonger dan 15 jaar.

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Stelling 4: Gehandicapte kinderen moeten anders behandeld worden dan kinderen zonder handicap

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Afsluiting

- Jullie kunnen uitleggen aan welke 2 eisen een goed argument moet voldoen. 

- Jullie kunnen oefenen met het geven van argumenten voor en tegen een stelling.

- Hoe ging het leren vandaag?




Slide 22 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Exit ticket: Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Slide 24 - Link

This item has no instructions