Inleiding lezen en argumenteren - theorieles

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

De hoofdgedachte van een tekst is altijd een mededelende zin.

1. waar
2. niet waar

De hoofdgedachte van een overtuigende tekst kan een constatering zijn.

1. waar
2. niet waar

Een informerende titel is vooral bedoeld om de lezer nieuwsgierig te maken naar de inhoud van de tekst.

1. waar
2. niet waar

Welke twee functies heeft de inleiding van een tekst?

Noteer twee elementen die naast de hoofdgedachte in het slot van een tekst kunnen voorkomen.

Welke tekststructuur past bij een middenstuk waarin onder andere oorzaken en gevolgen besproken worden?

1. argumentatiestructuur
2. probleem-oplossingstructuur
3. vraag-antwoordstructuur

Welk verband wordt aangegeven met het signaalwoord 'niettemin'?

Welk verband wordt aangegeven met het signaalwoord 'zodat'?

Welke drie soorten standpunten zijn er?

Noteer drie zaken die je moet controleren bij het beoordelen van de betrouwbaarheid van een website.

Bij een negatief standpunt is er altijd sprake van een verbod.

1. Juist
2. onjuist

Ik vind, dan ook, immers en daarom zijn signalen voor een standpunt.

1. Juist
2. onjuist

Een waarderende uitspraak geeft aan dat iets (on)wenselijk, (on)gepast, goed of slecht, mooi of lelijk is.

1. Juist
2. onjuist

Met een weerlegging ontkracht je een argument.

1. Juist
2. onjuist

Argumenten zijn afhankelijk als ze alleen in combinatie met elkaar het standpunt ondersteunen.

1. Juist
2. onjuist

Als je in een blokjesschema van beneden naar boven leest, kun je voor een pijltje want invullen.

1. Juist
2. onjuist