This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Herhalen
Slide 1 - Slide
Je concentreert je op die punten, waarbij de lichaamshouding de meeste invloed kan hebben in de bewegingstechniek namelijk op?
Slide 2 - Open question
Welke positie zie je hier
A
5e en 4e positie
B
3e en 5e positie
C
5e en 3e positie
D
4e en 5e positie
Slide 3 - Quiz
Welke positie zie je hier
A
1e positie
B
2e positie
C
3e positie
D
4e positie
Slide 4 - Quiz
Relevé
tendu
passé
jeté
plié
hoge tenenstand
Werkbeen gepunt voor, zij of achter
voet gepunt bij knie van het standbeen
werkbeen 45 gr gestrekt gelift, voor, zij of achter
lichte buiging van het standbeen (benen)
Slide 5 - Drag question
Wat is een korte uitleg van de wet Rem-hef werking?
Slide 6 - Open question
Welke richting moet je lichaam in de plank/trampoline komen
A
recht op
B
schuin naar voren
C
schuin naar achteren
Slide 7 - Quiz
Draaiwet
A
naar centrum bewegen versneld, vertragen van centrum af
B
van centrum bewegen versneld, vertragen naar centrum toe
Slide 8 - Quiz
Turnwetten
Slide 9 - Slide
Overdracht bewegingsimpuls
Een lichaamsdeel stopt met bewegen en een ander lichaamsdeel neemt de bewegingsenergie over
Slide 10 - Slide
overdracht bewegingsimpuls
zit in kip en vooropzet
kip vooropzet
Slide 11 - Slide
overdracht bewegingsimpuls
voorbeelden in brugoefeningen Chorkina en Biles
Slide 12 - Slide
Omzetten van energie van plaats in bewegings-energie
Hoe hoger de positie van Fzw hoe groter zal de val- of zwaaisnelheid zijn. Hoe groter de val- of zwaaisnelheid, hoe groter de energie van plaats daarna weer zijn.
Door aanspanning van het totale spierkorset worden de inwendige organen en vloeistoffen zoveel mogelijk vastgezet en/of gecontroleerd, waardoor het "husseleffect" zo min mogelijk kan optreden.
Bij het husseleffect gaat in het lichaam alles door met bewegen, terwijl het lichaam wil stoppen. Hierdoor treedt evenwichtsverlies op (pirouette's, salto's, draaien)
Slide 19 - Slide
Voorspanning
Des te verder een spier uittrekt/opgerekt wordt en des te groter de spiergroep is, des te krachtiger zal de reactie van de spier zijn.