HM22 - Kapitel 8 E+F

Montag, den 11. Dezember
1 / 32
next
Slide 1: Slide
DuitsSecondary EducationAge 13

This lesson contains 32 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Montag, den 11. Dezember

Slide 1 - Slide

Regeln
  • Alle spullen bij je hebben (Laptop, werkboek, schrift en schrijfmateriaal)
  • Vinger opsteken
  • Respect voor elkaar 
  • (Vaste plaatsen zitten!)

Slide 2 - Slide

Wat weten jullie nog
van de vorige les?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Lernziele
1. Je kunt de werkwoorden können, dürfen, müssen en wissen in de tegenwoordige tijd gebruiken.

2. Je kunt de p-, t- en k- klanken goed uitspreken.

3. Je kunt vragen stellen en antwoorden geven over kleding en uiterlijk.

Slide 5 - Slide

Programm
Lesuur 1: 
  • Huiswerk nakijken
  • Nieuwe Grammatica uitleg
  • Grammatica opdrachten

Lesuur 2:
  • Grammatica opdrachten 
  • Uitspraak oefeningen
  • Spreekopdrachten

Slide 6 - Slide

Hausaufgaben korrigieren


  • KAPITEL 8; D) Lesen: Opdracht 14 & 15 (Blz. 74-76)


Slide 7 - Slide

Aufgabe 14a, S. 74
1. over de toekomst van kleding

2. Rare dingen op de sportbroek,
hij houdt mobieltje in zijn hand,
hij is aan de ene kant nat en de andere kant droog,
de kleur van zijn jas verandert

Slide 8 - Slide

Aufgabe 14b, S. 74
A
B
B
A

Slide 9 - Slide

Aufgabe 14c, S. 74
1. eigen antwoord

2. WiseWear zijn sieraden die met een App zijn geconnecteerd. In een bepaalde noodsitautie zenden ze waarschuwingssignalen en jouw gps-coördinaten aan een van tevoren opgegeven contactpersoon.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Aufgabe 15a, S. 76
1. eigen antwoord

2. WiseWear zijn sieraden die met een App zijn geconnecteerd. In een bepaalde noodsitautie zenden ze waarschuwingssignalen en jouw gps-coördinaten aan een van tevoren opgegeven contactpersoon.

Slide 12 - Slide

Wat zijn nu modale werkwoorden?

  • Deze geeft een  hoofdwerkwoord een betekenis.
  • Modale werkwoorden kun je niet zelfstandig gebruiken, ze komen bijna altijd samen met een ander werkwoord.
  • Modale werkwoorden in het Nederlands zijn: moeten, kunnen, zullen, willen en mogen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Modale werkwoorden in het Duits:
müssen = moeten (noodzaak),            
sollen = moeten (van iemand anders),              
wollen = willen, können = kunnen , dürfen = mogen,     mögen = leuk vinden/houden van en wissen = weten

We gaan vandaag deze behandelen:
können, dürfen, müssen en wissen

Slide 15 - Slide

kunnen = 
können

Slide 16 - Slide

mogen, 
toestemming hebben =
dürfen

Slide 17 - Slide

moeten (het kan niet anders, noodzaak) =
müssen

Slide 18 - Slide

weten =
wissen

Slide 19 - Slide

Regels vervoegen modale werkwoorden
  • Alle enkelvoudsvormen hebben een verandering in de  stamklinker  (wissen --> ich weiß)
  • Ich + er/sie/es = krijgen geen uitgang (ich darf, du darfst)
  • De meervoudsvormen krijgen dezelfde regels als regelmatige werkwoorden (wir müssen)

Slide 20 - Slide

We gaan nu samen opdracht 19 doen:

Seite 79, Aufgabe 19
Luisteren!

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Seite 79, Aufgabe 21

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Kapitel 8:
E) Grammatik

  • Opdrachten 18, 20, 22,   23, 24   WERBOEK       (Blz. 78-80)
timer
20:00

Slide 25 - Slide

Seite 84, Aufgabe 30

Slide 26 - Slide

Seite 84, Aufgabe 30

Slide 27 - Slide

Seite 84Aufgabe 31
Seite 84,
Aufgabe 32

Slide 28 - Slide

Seite 84Aufgabe 32
Seite 84,
Aufgabe 32

Slide 29 - Slide

Kapitel 8:
F) Sprechen

  • Opdrachten 34, 35, 39   ONLINE (Blz. 84-88)
  • Klaar? -->      Sprachmittel: NL-->DE Woord voor woord overschrijven (Blz. 98)

Slide 30 - Slide

Lernziele
1. Je kunt de werkwoorden können, dürfen, müssen en wissen in de tegenwoordige tijd gebruiken.

2. Je kunt de p-, t- en k- klanken goed uitspreken.

3. Je kunt vragen stellen en antwoorden geven over kleding en uiterlijk.

Slide 31 - Slide

Hausaufgaben
Montag 18 Dezember


  • KAPITEL 8; E) Grammatik: Opdrachten 18, 20, 22, 23, 24 Arbeitsbuch (Blz. 78-80)

  • KAPITEL 8; F) Sprechen - Opdrachten 34, 35, 39 Online (Blz. 84-88)

Slide 32 - Slide