Les over gewicht

1 / 13
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kent verschillende gewichtsmaten
Je kunt gewichtsmaten omrekenen


Slide 2 - Slide

Meten en wegen

Slide 3 - Slide

Om recepten te kunnen lezen en uit te voeren is het belangrijk om wat te weten over maten en gewichten.
In de Franse tijd werd het metrieke stelsel ingevoerd. Overal gelden nu dezelfde maten en gewichten.

Om recepten te kunnen lezen en uit te voeren is het belangrijk om wat te weten over maten en gewichten.


In de Franse tijd werd het metrieke stelsel ingevoerd. 
Overal gelden nu dezelfde maten en gewichten, 
uit eenheden van 10 opgebouwd: 
1 meter = 10 decimeter 
1 decimeter = 10 centimeter, etc.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

1 liter (l) = 10 deciliter (dl) = 100 centiliter (cl) = 1000 milliliter (ml/cc)

1 dl = 10 cl = 100 ml

1 cl = 10 ml (10 cc)

Slide 6 - Slide

Voorraad?
De kleinste hoeveelheid die een gast kan bestellen in een restaurant wordt ook wel een verstrekking eenheid (vse) genoemd. Bijvoorbeeld: 1 verstrekking eenheid “koffie in een kopje” is 125 ml.

Slide 7 - Slide

Vraag
In de kan van een restaurant zit nog 1 liter koffie. 
Hoeveel kopjes van 125 ml kun je hiermee vullen?

Slide 8 - Slide

Opdracht 1
Maak de opdracht Meten en Wegen. 

Slide 9 - Slide

Benaming gewicht
Kilogram

 


1 kilo =                  1 pond  =          1 ons =
1000 gram          500 gram         100 gram

Slide 10 - Slide

Opdracht 1 en 2
Even checken of je nu echt het verschil weet 
tussen kilo, pond en ons!

Slide 11 - Slide

Opdracht 3
Zoek 10 levensmiddelen met verschillende gewichten van 1 gram tot 1 kg. 
Maak een foto van deze middelen van licht naar zwaar en zet erbij hoe zwaar alles is.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide