5H 11.2 Transportvaten

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
11.2 transportvaten
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
11.2 transportvaten

Slide 1 - Slide

Bloedsomloop
BINAS 84A

Slide 2 - Slide

Opdracht

Benoem de verschillende onderdelen in je schrift (zonder boek).
Kijk hoe ver je komt.

Slide 3 - Slide

antwoord

1= bovenste holle ader.
2=longslagader.
3= rechterboezem.
4= onderste holle ader.
5= rechterkamer.
6= poortader
7= halsslagader.
8= longader.
9= linkerboezem
10= aorta
11= linkerkamer.
12= leverslagader
13=darmslagader
14= nierslagader.

Slide 4 - Slide

Hoeveel aanvoerende bloedvaten heeft de lever en hoeveel afvoerende?
A
1 aanvoerend, 1 afvoerend
B
1 aanvoerend, 2 afvoerend
C
2 aanvoerend, 1 afvoerend
D
2 aanvoerend, 2 afvoerend

Slide 5 - Quiz

Bloedvaten (BINAS 84A)
Naamgeving bloedvaten:
Naam van het orgaan waar het bloedvat naartoe stroomt (+ slagader) of vanaf stroomt ( + ader).

Behalve: Aorta, onderste en bovenste holle ader, poortader, krans(slag)ader, hals(slag)ader






Slide 6 - Slide

Routespel bloedsomloop
Team 1 trekt een routekaartje voor team 2

- Noem alle bloedvaten en hartonderdelen in de juiste volgorde mbv Binas 84A
- Vraag goed: Dan krijg je het kaartje (met aantal punten)

 Wissel de rollen.


timer
5:00

Slide 7 - Slide

Dubbele gesloten bloedsomloop
Kleine bloedsomloop:
zuurstof halen/ CO2 brengen
Hart - longen - hart

Grote bloedsomloop:
zuurstof brengen/ CO2 halen
Hart - organen - hart




Slide 8 - Slide

Bloedvaten
1. Maak een tabel in je schrift met drie kolommen: 
- Slagaders
- Aders
- Haarvaten
2. Bekijk het filmpje over de bloedvaten in de volgende slide
3. Schrijf de kenmerken in de juiste kolom
4. Lees blz. 95 - 97 "Bouw bloedvaten" en bestudeer bron 5 en BINAS 84C2
5. Vul de tabel aan. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Link

Functie bloedvatenstelsel
Transport:
  • Zuurstof (O2) van longen naar alle lichaamscellen
  • CO2 van alle lichaamscellen naar de longen
  • Voedingsstoffen van darmen naar alle lichaamscellen
  • Afvalstoffen van alle lichaamscellen naar uitscheidende organen
  • Regulerende stoffen (bijv. hormonen) naar het doelorgaan

Bescherming:
Bloed bevat gespecialiseerde cellen die infecties onschadelijk kunnen maken (H12)

Slide 12 - Slide

Leerdoelen en begrippen 11.2
1. Je kan de grote en kleine bloedsomloop beschrijven
2. Je kan de functies van de bloedsomloop noemen
3. Je kan de bouw en functie van de drie typen bloedvaten beschrijven.

Begrippen: kleine/grote bloedsomloop, haarvaten, aders, slagaders

Slide 13 - Slide

welk cijfer geef je jezelf wat kennis over de bloedsomloop betreft?

Slide 14 - Mind map

Extra oefenen met de bloedsomloop?
Oefen met de volgende dia's

Slide 15 - Slide

nierader
leverslagader
halsader
leverader
halsslagader
nierslagader
Poortader

Slide 16 - Drag question

1
2
3
4
leverslagader
darmslagader
poortader
leverader

Slide 17 - Drag question

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam

Slide 18 - Drag question