13 april -

Welkom!
Alles ingeleverd?
Presentaties
Herhaling
Boek uitkiezen
1 / 25
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom!
Alles ingeleverd?
Presentaties
Herhaling
Boek uitkiezen

Slide 1 - Slide

Leren:
Schrijven H.2 (een bouwplan schrijven)
Spreken en gesprekken H.3 (mondeling verslag doen)


Slide 2 - Slide

Inhoud snelhechter

1) Spreekplan/bouwplan van H.3 Spreken (opdr. 4 presentatie boekverslag).
2. Feedback presentatie
3) H.5 Schrijven Opdr. 3 of 4 beoordeling schrijven en
 3) feedbackformulier. 

Slide 3 - Slide

Presentaties

Slide 4 - Slide


Wat is de functie van de titel?
Meerdere antwoorden zijn mogelijk!
A
De lezer nieuwsgierig maken.
B
Aangeven waar de tekst over gaat.
C
Dat leest prettiger.
D
Een titel maakt niets uit, want ik kijk naar de plaatjes.

Slide 5 - Quiz

Waarom gebruik je in een mondeling verslag signaalwoorden, zoals 'toen, daarna, vervolgens en uiteindelijk'?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Video

en

Slide 8 - Slide

Opbouw mondeling verslag
Inleiding
'Binnenkomer' of 'aandachtstrekker'
Overzicht van wat je gaat vertellen over het onderwerp
Kern
Vertellen over deelonderwerpen
Slot
Samenvatting, conclusie, advies
Vragen beantwoorden

Slide 9 - Slide

Een beoordeling schrijven
Je kunt een tekst schrijven om iets te beoordelen, zoals een product, een boek, een film of een festival. Je maakt dan aan andere mensen duidelijk wat jij ervan vindt en waarom je dat oordeel hebt. Je geeft dus niet alleen je mening, maar ook argumenten voor je beoordeling.

Slide 10 - Slide

Mening geven

- Uitleg geven over jouw mening

- Subjectieve argumenten

- Noem een voorbeeld
Overtuigen

- Anderen overhalen jouw mening te delen

- Objectieve argumenten

- Noem een voorbeeld

Slide 11 - Slide

Geef je mening over:
Kortere schooldagen

Slide 12 - Open question

Beoordelingswoorden
  • Helpen je bij het formuleren van je mening 
moeilijk
makkelijk
spannend
saai
grappig
droevig
begrijpelijk
onbegrijpelijk
herkenbaar
niet herkenbaar
griezelig
ontspannend
voorstelbaar
onvoorstelbaar
verrassend
voorspelbaar
afwisselend
langdradig
eenvoudig
ingewikkeld
interessant
oninteressant
vrolijk
zielig
ontroerend
raakt me niet
sfeervol
sfeerloos
Meer voorbeelden nodig? Kijk eens op p.25 van het boek!

Slide 13 - Slide

Argumenten
  • Uitleg van jouw beoordelingswoord > Waarom vind je dat?
  • Zorgen voor een sterk verslag/verhaal/presentatie



'Ik vond het een spannend verhaal, omdat je niet wist wie de dolk had gestolen. Het was ook afwisselend, want er gebeurde in elk hoofdstuk wel iets engs. Toen Victor bijvoorbeeld in het kasteel logeerde, verdween de kokkin en bleek de kelder vol vleermuizen te zitten.'
Voorbeeld

Slide 14 - Slide

Zo schrijf je een beoordeling

  • Maak een bouwplan, zie het schema hieronder.
  • Schrijf de inleiding: noem het door jou beoordeelde onderwerp. Geef daarbij in het kort je oordeel door de beoordelingswoorden op te sommen, zoals mooi, stevig, licht, saai, adembenemend enzovoort.
  • Schrijf over elk deelonderwerp of aspect één alinea en bouw die alinea zo op:
        - Geef eerst kort en krachtig je mening. Gebruik een beoordelingswoord.
        - Noem dan je argumenten.
        - Geef daarna toelichting bij die argumenten; dat kunnen voorbeelden zijn.
  • Sluit je tekst af met een korte, samenvattende alinea, waarin je beoordeling duidelijk naar voren komt (geen herhalimg van argumenten!) en sluit af met een uitsmijter.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

introductie van het onderwerp
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 17 - Quiz

Een tekst bestaat uit?
A
een inleiding
B
een middenstuk
C
een slot
D
een inleiding, middenstuk, slot

Slide 18 - Quiz

conclusie
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 19 - Quiz

anekdote (= leuk verhaaltje, weetje)
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 20 - Quiz

voorbeelden
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 21 - Quiz

samenvatting
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 22 - Quiz

korte uitleg
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 23 - Quiz

Hoe herken je een slot van een tekst?
A
daar begint de schrijver mee
B
de schrijver houdt gewoon op
C
de schrijver maakt een duidelijk einde en het is meestal 1 alinea

Slide 24 - Quiz

Rond de laatste dingen af en lever in:

1) Spreekplan/bouwplan van H.3 Spreken (opdr. 4 presentatie boekverslag).

2) H.5 Schrijven Opdr. 3 of 4 beoordeling schrijven en 3) feedbackformulier.
4) feedbackformulier presentatie 


Klaar? dan mag je  RUSTIG gaan

Slide 25 - Slide