Oefening 11 - gebiedende wijs

Aantekening 9 - gebiedende wijs
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Aantekening 9 - gebiedende wijs

Slide 1 - Slide

Welk woord staat in de gebiedende wijs?
Schreib schnell zurück!

Slide 2 - Open question

Welk woord staat in de gebiedende wijs?
Nehmt eure Bücher dabei!

Slide 3 - Open question

Welk woord staat in de gebiedende wijs?
Schließ das Fenster bitte.

Slide 4 - Open question

Welk woord staat in de gebiedende wijs?
Holen Sie bitte die Brötchen

Slide 5 - Open question

Welk woord staat in de gebiedende wijs?
schreib das auf!

Slide 6 - Open question

De gebiedende wijs
In het Duits zijn er 3 vormen van de gebiedende wijs:
  • Wanneer je iets opdraagt aan één persoon.
  • Wanneer je iets opdraagt aan meerdere personen.
  • Wanneer je iets opdraagt aan één of meerdere personen in de beleefdheidsvorm.

Slide 7 - Slide

De gebiedende wijs
Wanneer je iets opdraagt aan één persoon:
  • Gebruik je de stam van het werkwoord.
  • Je kunt hier eventueel een 'e' achter zetten (DIT KAN NOOIT bij de werkwoorden kommen en lassen).
  • Schreib das auf!
  • Schließ das Fenster!
  • Komm her!

Slide 8 - Slide

De gebiedende wijs
Wanneer je iets opdraagt aan één persoon:
  • Werkwoorden waarbij de stam eindigt op een -d of een -t of het hele werkwoord op -men en -nen krijgen wel een extra 'e'.

  • Warte auf mich!
  • Arbeite etwas schneller!
  • Öffne die Tür bitte!

Slide 9 - Slide

De gebiedende wijs
Wanneer je iets opdraagt aan één persoon:
  • Bij sterke werkwoorden met een 'e' in de stam.
  • Je krijgt een klankwissel (e-i of e-ie)

  • Lies diese Seite vor!
  • Nimm noch ein Würstchen!

Slide 10 - Slide

De gebiedende wijs
Wanneer je iets opdraagt aan meerdere personen
  • Pak de stam van het werkwoord.
  • Plak daar een 't' achter.

  • Nehmt die Brötchen!
  • Schreibt den Brief auf Deutsch!

Slide 11 - Slide

De gebiedende wijs
Wanneer je iets opdraagt aan één of meerdere personen in de meervoudsvorm:
  • Gebruik de hele vorm van het werkwoord.
  • Plak daar het persoonlijk voornaamwoord 'Sie' achter.

  • Tragen Sie die Taschen!
  • Hören Sie mir bitte zu!

Slide 12 - Slide

(sprechen) ___ bitte ein bisschen lauter!
(du)

Slide 13 - Open question

(reiten) ___ etwas langsamer!
(du)

Slide 14 - Open question

(fahren) ___ etwas schneller.
(Sie)

Slide 15 - Open question

(lesen) ___ die Aufgabe.
(ihr)

Slide 16 - Open question

(tragen) ___ diese Taschen bitte.
(du)

Slide 17 - Open question

(machen) ___ die Tür auf.
(Sie)

Slide 18 - Open question

(notieren) ___ das bitte!
(ihr)

Slide 19 - Open question

(reden) ___ bitte nicht so laut.
(du)

Slide 20 - Open question

(rufen) ___ mich bitte an!
(Sie)

Slide 21 - Open question

(spielen) ____ ein Bisschen mit deinem Bruder.
(du)

Slide 22 - Open question

(fahren) ___ langsam!
(ihr)

Slide 23 - Open question

(aufhören) ___ damit auf!
(du)

Slide 24 - Open question

(sitzen) ___ still!
(Sie)

Slide 25 - Open question