Digitale klok

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

De tijd (analoog en digitaal)

In deze les ga je

gebruiken wat je al weet.

oefenen met nieuwe informatie. 

Aan het einde heb je geleerd:

1. Hoe je een digitale klok kunt aflezen

2. Een klok instellen op tijd

sleepvraag

Sleep de zinnen naar het antwoord waar of niet waar.

Via de speaker wordt de zin voorgelezen.

a) 1 uur duurt 60 minuten

b) een half uur duurt 20 minuten

f) in een half uur zitten 2 kwartieren

c) een kwartier duurt 10 minuten

d) in een uur zitten 4 kwartieren

e) drie kwartier is 40 minuten

Waar

niet waar 

Klok kijken

Hoe laat is het?

1. half 12
2. half 11
3. half 6
4. 11 half

Hoe laat is het?

1. 5 half
2. half 6
3. half 5
4. half 4

Hoe laat is het?

1. 12 uur
2. 11 uur
3. uur 11
4. 12 uur 5

Hoe laat is het?

1. half 12
2. half 11
3. half 6
4. 11 half

Hoe laat is het?

De uren

AM en PM

AM – After Midnight, wat een tijd NA middernacht aangeeft. Dit is de tijd direct na middernacht.

PM – Pre Midnight, wat een tijd VOOR middernacht aangeeft. Dit is de tijd van de middag tot aan middernacht.

Ezelsbruggetje: Akelige Morgen (AM), Prettige Middag (PM)

Welke digitale klok hoort bij deze klok?
(2)

1. 15:30
2. 12:35
3. 3:30
4. 0:35

Welke digitale klok hoort bij deze klok? (2)

1. 16:30
2. 4:30
3. 15:30
4. 3:30

Welke digitale klok hoort bij deze klok? (2)

1. 10:50
2. 11:50
3. 22:50
4. 21:50

Welke digitale klok
hoort bij deze klok? (2)

1. 13:10
2. 10:10
3. 22:10
4. 10:50

ochtend

middag

avond

nacht

11:34

12:34

02:15

15:15

17:59

07:59

20:46

23:46

06:01

16:01

01:01

05:51

12:51

04:58

22:22

23:59

10:23

18:59

16:57

00:01

1. 9 minuten over 20 over 5
2. half 6 in de avond
3. 1 minuut voor half 6
4. 1 minuut voor half 5

1. 22 minuten voor 10
2. 8 minuten over half 10
3. 8 minuten over half 9
4. 7 minuten voor kwart voor 10

 Wat vind je nog lastig (het lastigst)?

Digitale klokken

tot op de minuut

rekenen met tijd

iets anders