• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

DT5 Persoonlijke voornaamwoorden

grammatica blok 5
Persoonlijke voornaamwoorden
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

grammatica blok 5
Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

persoonlijk 
persoonlijk voornaamwoord: duidt een persoon of ding aan.
- Ik ben docent. 
- Hij is erg cool.
- Ik mag jullie erg graag.
- Die vriend van jou.
- Het is lekker weer. 

Slide 2 - Slide

nog wat voorbeelden
  • Ik kan niet van die appeltaart van haar afblijven.
  • Wie wil vanavond met ons naar de film?
  • Zij willen jouw sleutels, maar die zijn van jou en niet van hen.

Slide 3 - Slide

LET OP!
Het woordje 'het' is alleen een persoonlijk voornaamwoord als het een apart zinsdeel is. Anders is het een lidwoord. 

Het weer is opgeknapt. (het = lidwoord) 
Het is opgeknapt (het = persoonlijk vnw) 

Slide 4 - Slide

tip:
tip: je kan een persoonlijk voornaamwoord altijd vervangen door een zelfstandig naamwoord:

Ik geef hem een koekje. 
Ik geef de hond een koekje.
Ik geef Jan een koekje. 
Ik geef de klas een koekje. 

Slide 5 - Slide

'Die gekke bril is van mij.'

'mij' is .....?
A
Een bezittelijk voornaamwoord
B
Een persoonlijk voornaamwoord

Slide 6 - Quiz

Dat is jullie probleem.

jullie =
A
wel een persoonlijk voornaamwoord
B
geen persoonlijk voornaamwoord

Slide 7 - Quiz

Die telefoon van jou is zo lelijk.

jou =
A
wel een persoonlijk voornaamwoord
B
geen persoonlijk voornaamwoord

Slide 8 - Quiz

het woordje 'haar' in onderstaande zin:

De jongen wees naar haar.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Quiz

Het meisje kamde haar haar.
Het eerste woordje 'haar' is:
A
zelfstandig naamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 10 - Quiz

Welke van de onderstaande voorbeelden bevat een persoonlijk voornaamwoord?
A
Jouw verhaal
B
Het verhaal van jou
C
Onze telefoon
D
Geef elkaar een hand

Slide 11 - Quiz

Door welke persoonlijke voornaamwoorden kan je de personen in deze zin vervangen?

2. Mijn moeder heeft Mick straf gegeven.
A
Zij + hij
B
Zij + hem
C
Haar + hij
D
Haar + hem

Slide 12 - Quiz

Huiswerk

Maak opdracht 14 tm 17
blz 236 - 237

Slide 13 - Slide

More lessons like this

DT5 Persoonlijke voornaamwoorden

April 2021 - Lesson with 10 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-4

Voornaamwoorden

January 2024 - Lesson with 46 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Peroonlijk, bezittelijk en betrekkelijk voornaamwoord

December 2022 - Lesson with 28 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

grammatica (opdr 14 tm 17)

June 2024 - Lesson with 25 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

woordsoorten herhalen

May 2024 - Lesson with 31 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

2 havo Theorie week 19 - herhaling woordsoorten benoemen

May 2021 - Lesson with 29 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

6. Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

April 2025 - Lesson with 18 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Herhaling woordsoorten - voornaamwoorden

October 2022 - Lesson with 28 slides
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings