v5 220204

1 / 21
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

filosofie
  • goed begin
  • herhaling begrippen paragraaf 1
  • instructie methodologie
  • zelfstandig werken
  • afsluiting van de les/huiswerk

Slide 2 - Slide

aantekening:



materieel object - wat bestudeer je?

formeel object - hoe bestudeer je dat?

Slide 3 - Slide

wetenschapsfilosofie

  • descriptief/beschrijvend: hoe gaat wetenschap te werk

  • normatief: hoe moét wetenschap te werk gaan

Slide 4 - Slide

wetenschapsfilosofie

wetenschap

  • het onderzoeken van de wereld(op een bepaalde manier)
  • het geheel van kennis
  • specifieke discipline

Slide 5 - Slide

wetenschapsfilosofie

soorten wetenschap

  • natuurwetenschappen/levenswetenschappen
  • geesteswetenschappen/menswetenschappen
  • formele wetenschappen(wiskunde/logica)

Slide 6 - Slide

reductie - verschijnselen herleiden tot onderliggende structuren en processen

unificatie - zoveel mogelijk verschijnselen verklaren met één theorie

Slide 7 - Slide

4.2 Methodologie

  • inductie
  • deductie

Slide 8 - Slide

4.2 Methodologie - inductie(-sprong)

  • één waarneming
  • meerdere waarnemingen

  • álle

Slide 9 - Slide

4.2 Methodologie - het oordeel

  • iets over iets zeggen
  • de zwaan is wit
  • socrates is sterfelijk

  • subject en predikaat

Slide 10 - Slide

4.2 Methodologie - deductie

  • alle zwanen zijn wit
  • dit is een zwaan
  • dan moet zij wit zijn

Slide 11 - Slide

4.2 Methodologie - deductie
het syllogisme(een redenering)
  • alle zwanen zijn wit(subject en predikaat) - premisse 1(maior)
  • dit is een zwaan(subject) - premisse 2(minor)
  • dan moet zij wit zijn(subject en predikaat) - conclusie

Slide 12 - Slide

4.2 Methodologie - deductief redeneren
het syllogisme(een redenering)
  • alle mensen zijn sterfelijk
  • socrates is een mens
  • socrates is sterfelijk

vorm - geldig
inhoud - waar

geldig én waar: correct

Slide 13 - Slide

alle aardbeien zijn blauw
dit is een aardbei
deze aardbei is blauw

A
geldig, maar niet waar
B
correct
C
waar, maar niet geldig
D
niet geldig, niet waar

Slide 14 - Quiz

alle aardbeien zijn blauw
dit ding is blauw
dit is een aardbei


A
geldig, maar niet waar
B
correct
C
waar, maar niet geldig
D
niet geldig, niet waar

Slide 15 - Quiz

alle mensen zijn sterfelijk
socrates is sterfelijk
socrates is een mens

A
geldig, maar niet waar
B
correct
C
waar, maar niet geldig
D
niet geldig, niet waar

Slide 16 - Quiz


geldigheid heeft te maken met

A
de vorm van de redenering
B
de inhoud van de redenering
C
de vorm en de inhoud

Slide 17 - Quiz


correctheid heeft te maken met

A
de vorm van de redenering
B
de inhoud van de redenering
C
de vorm en de inhoud

Slide 18 - Quiz

Hume en de Wiener Kreis

inductieprobleem

oplossing - een algemeen oordeel is wetenschappelijk als je aangeeft onder welke voorwaarden dit oordeel waar is

alle zwanen - verificatie

Slide 19 - Slide

Karl Popper - falsificatie

inductieprobleem

een algemeen oordeel is wetenschappelijk als het te weerleggen is

wetenschap - op zoek naar de uitzondering
hypothese-weerlegging-bijgestelde hypothese

Slide 20 - Slide

Vervolg logica

als alle mensen sterfelijk zijn en socrates is een mens, dan is socrates sterfelijk

als p en q, dan r

Slide 21 - Slide