M2a Nederlands

Welkom!

Programma:
- Quiz 'Meer dan Lezen' (Toetsweek) bestaande uit 17 vragen
- Zelfstandig leren voor de toetsweek
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Welkom!

Programma:
- Quiz 'Meer dan Lezen' (Toetsweek) bestaande uit 17 vragen
- Zelfstandig leren voor de toetsweek

Slide 1 - Slide

Quiz - rules
- Vijf groepen (bestaande uit vier tot vijf leerlingen)
- Per groep 1 laptop voor LessonUp
- Kies een teamleider
- De teamleider zijn/haar naam wordt gebruikt voor het inloggen op LessonUp

Moge de beste winnen 



Slide 2 - Slide

Wat is het onderwerp van een tekst?
A
De titel van de tekst
B
Waar de tekst over gaat, in één of enkele woorden
C
De bron van de tekst
D
De illustratie bij de tekst

Slide 3 - Quiz

Wat doe je niet bij oriënterend lezen?
A
Je leest de tekst van begin tot eind nauwkeurig
B
Je leest de eerste en laatste zin van elke alinea
C
Je bekijkt de titel en illustraties
D
Je kijkt naar vetgedrukte of opvallende woorden

Slide 4 - Quiz

Waar vind je meestal de deelonderwerpen van een tekst?
A
In de inleiding
B
In de illustraties
C
In de alinea’s van het middenstuk
D
In de titel

Slide 5 - Quiz

Wat is een kernzin?
A
De belangrijkste zin in een alinea
B
De grappigste zin in een tekst
C
De laatste zin van de tekst
D
Een vetgedrukte zin

Slide 6 - Quiz

Wat is GEEN tekstdoel?
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Informeren
D
Verwarren

Slide 7 - Quiz

Kritisch lezen betekent dat je controleert of een tekst objectief en betrouwbaar is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Een mening kun je herkennen aan signaalwoorden zoals ‘ik vind’ of ‘volgens mij’
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Feit of mening?

De aarde draait in 24 uur om haar as.
A
Feit
B
Mening

Slide 10 - Quiz

Feit of mening?
Volgens mij zijn katten veel leuker dan kinderen.
A
Feit
B
Mening

Slide 11 - Quiz

Feit of mening?
Het is belachelijk dat de school om 8.30 uur begint.
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quiz

Je leest een tekst over gezonde voeding. Wat zou een mogelijk onderwerp kunnen zijn?
A
gezonde voeding
B
Nederland
C
eetgewoonte
D
Kleine kinderen

Slide 13 - Quiz

Lees het volgende stukje tekst:
Steeds meer jongeren slapen te weinig. Dat komt onder andere doordat ze ’s avonds lang op hun telefoon zitten. Het schermlicht houdt hen wakker en sociale media leiden hen af. Daardoor zijn ze overdag vaak moe en kunnen ze zich slecht concentreren op school.

Wat is de hoofdgedachte?

Slide 14 - Slide

Wat is de hoofdgedachte?
A
Steeds meer... te weinig
B
Het schermlicht... hen af
C
Daardoor zijn...op school

Slide 15 - Quiz

Signaalwoorden van:

Chronologisch tekstverband

A
maar, echter, toch, daarentegen
B
eerst, daarna, toen, vroeger, nu, later
C
ook, tevens, bovendien, ten eerste, ten tweede, daarnaast
D
doordat, waardoor, daardoor

Slide 16 - Quiz

Signaalwoorden van:

Oorzakelijk tekstverband
A
doordat, waardoor, daardoor
B
daarom, omdat, want, immers
C
om te, zodat, opdat
D
als, indien, tenzij, mits

Slide 17 - Quiz

Signaalwoorden voor:

Opsommend verband
A
om te beginnen, verder
B
hoewel
C
eerst, dan, vervolgens
D
om te, zodat, opdat

Slide 18 - Quiz