6.1 reactiesnelheid en energie-effect

6.1 Reactiesnelheid en energie-effect 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

6.1 Reactiesnelheid en energie-effect 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan met behulp van het botsende deeltjesmodel uitleggen hoe de reactiesnelheid wordt beïnvloed. 
  • Ik kan de factoren die de reactiesnelheid beïnvloeden benoemen en verklaren.
  • Ik kan de werking van een katalysator beschrijven en met een energiediagram verklaren.

Slide 2 - Slide

Deeltjesmodel
  • iedere stof is uit hele kleine deeltjes opgebouwd, meestal moleculen
  • iedere stof heeft zijn eigen molecuulsoort
  • moleculen bewegen voortdurend
  • moleculen trekken elkaar aan 

Slide 3 - Slide

Effectieve botsing
Voor een reactie is een effectieve botsing nodig. Als moleculen van de beginstoffen met voldoende snelheid en op de juiste plek tegen elkaar botsen vindt er een chemische reactie plaats. 

Slide 4 - Slide

Reactiesnelheid
De reactiesnelheid = de snelheid waarmee reactieproducten worden gevormd of  beginstoffen verdwijnen.
De hoeveelheid beginstoffen/reactieproducten meten we in gram of in liter.
We bekijken dan het aantal gram of een bepaald volume (Liter).
De tijd waarin de reactie plaats vindt wordt gemeten in seconden.


Slide 5 - Slide

Reactiesnelheid verhogen
Snelheid van een reactie verhogen:
  • Temperatuur verhogen
  • Concentratie vergroten
  • Verdelingsgraad verhogen
  • Katalysator toevoegen

Slide 6 - Slide

Temperatuur verhogen
Temperatuur verhogen -> deeltjes bewegen sneller -> deeltjes botsen vaker en harder tegen elkaar aan, dus grotere kans op een effectieve botsing.


Fietsers: stel ze fietsen samen op het plein. Als ze harder fietsen, grotere kans tegen elkaar aan te botsen. 

Slide 7 - Slide

Concentratie vergroten
Meer deeltjes in hetzelfde volume -> vaker effectieve botsingen grotere kans dat deeltjes tegen elkaar aan botsen.



Fietsers: zelfde schoolplein: meer fietsers op het plein -> grotere kans op botsen. 

Slide 8 - Slide

Verdelingsgraad vergroten
Verdelingsgraad = hoe fijn is een stof verdeeld.
Als de stof fijn verdeeld is kunnen er vaker effectieve botsingen plaatsvinden en zal de reactiesnelheid dus groter worden.

Fietsers: als alle fietsers
in het peloton fietsen, kunnen de middelste 
fietsers nooit botsen, alleen de buitenste. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Katalysator
Een katalysator is een stof die de reactie versneld maar zelf niet mee doet in de reactie
De katalysator verdwijnt dus niet bij een chemische reactie.

Kan niet worden verklaard met het botsende deeltjesmodel. 
Fietsers: alle fietsers worden zo opgesteld zodat ze kunnen botsen. 

Slide 11 - Slide

Energie-effect
Bij chemische reacties kan er of : 
1- Energie vrijkomen tijdens de reactie (explosie, kampvuur)
2 - Energie nodig zijn om de reactie te laten verlopen (ontledingsreactie, koken van voedsel)

Slide 12 - Slide

Exotherme reactie 
Exotherme reacties
- Energie komt vrij (warmte, licht, geluid of elektriciteit)
- Moeilijk beheersbaar
- Hebben een beginenergie nodig
   Bijvoorbeeld verbrandingen of explosies

Slide 13 - Slide

Endotherme reactie 
Endotherme reacties
- Hebben energie nodig om te blijven verlopen
- Stopt de energie toevoer, dan stopt de reactie
   Bijvoorbeeld ontledingsreacties (thermolyse, elektrolyse, fotolyse)

Slide 14 - Slide

Wat is een effectieve botsing?
A
Een botsing van deeltjes waarbij geen reactie plaats vindt.
B
Elke botsing van deeltjes.
C
Een botsing van deeltjes die een reactie laat plaatsvinden.

Slide 15 - Quiz

Aan welke voorwaarden moeten deeltjes voldoen voor een effectieve botsing?
A
Ze moeten op de juiste plaats botsen
B
Ze moeten met voldoende snelheid botsen bij de juiste temperatuur.
C
Ze moeten op kamertemperatuur botsen op de juiste plaats
D
Ze moeten met voldoende snelheid op de juiste plaats botsen

Slide 16 - Quiz

Welk van de methoden om reactiesnelheid te beïnvloeden kan niet worden verklaard met het botsende deeltjes model?
A
Verdelingsgraad
B
Concentratie
C
Temperatuur
D
Katalysator

Slide 17 - Quiz

De reactiesnelheid is hoger bij
A
Hoge temperatuur
B
Lage temperatuur

Slide 18 - Quiz

Met schoonmaakazijn kun je kalk verwijderen. Er ontstaan daarbij gasbellen. Wat is de invloed van de concentratie azijnzuur op de hoeveelheid gasbelletjes die ontstaan in een bepaalde tijd?
A
een hogere concentratie azijnzuur -> minder belletjes
B
een hogere concentratie azijnzuur -> meer belletjes
C
concentraties azijnzuur -> geen invloed op hoeveelheid belletjes

Slide 19 - Quiz

De reactiesnelheid is lager bij
A
een fijnere verdelingsgraad
B
een minder fijne verdelingsgraad
C
de verdelingsgraad is niet van invloed

Slide 20 - Quiz

Maken
paragraaf 6.1 
opgaven 1 t/m 7 

Slide 21 - Slide