Sales hoofdstuk 9.1

Sales hoofdstuk 9.1
14 vragen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Sales hoofdstuk 9.1
14 vragen

Slide 1 - Slide

Wanneer begint service?
A
op het moment dat de klant geïnteresseerd is in een aankoop
B
op het moment dat de klant de deur uitloopt
C
op het moment dat de klant afrekent

Slide 2 - Quiz

Wat is een service encounter?

Slide 3 - Open question

Onder welk service-elementen valt: Advies geven
A
Voor de koop (pretransactie)
B
Tijdens de koop (transactie)
C
Na de koop (posttransactie)

Slide 4 - Quiz

Onder welk service-elementen valt: Bezorgen
A
Voor de koop (pretransactie)
B
Tijdens de koop (transactie)
C
Na de koop (posttransactie)

Slide 5 - Quiz

Onder welk service-elementen valt: Informatie geven
A
Voor de koop (pretransactie)
B
Tijdens de koop (transactie)
C
Na de koop (posttransactie)

Slide 6 - Quiz

Onder welk service-elementen valt: Installeren
A
Voor de koop (pretransactie)
B
Tijdens de koop (transactie)
C
Na de koop (posttransactie)

Slide 7 - Quiz

Onder welk service-elementen valt: Product demonstratie
A
Voor de koop (pretransactie)
B
Tijdens de koop (transactie)
C
Na de koop (posttransactie)

Slide 8 - Quiz

Onder welk service-elementen valt:
Product direct meegeven
A
Voor de koop (pretransactie)
B
Tijdens de koop (transactie)
C
Na de koop (posttransactie)

Slide 9 - Quiz

Onder welk service-elementen valt:
Product op proef
A
Voor de koop (pretransactie)
B
Tijdens de koop (transactie)
C
Na de koop (posttransactie)

Slide 10 - Quiz

Onder welk service-elementen valt: Retourneren
A
Voor de koop (pretransactie)
B
Tijdens de koop (transactie)
C
Na de koop (posttransactie)

Slide 11 - Quiz

Onder welk service-elementen valt: Werking laten zien
A
Voor de koop (pretransactie)
B
Tijdens de koop (transactie)
C
Na de koop (posttransactie)

Slide 12 - Quiz

Een klant heeft een gesprek van 30 minuten gehad met de klantenservice.
Hoe noem je dit?
A
Service
B
Service encounter
C
Service episode

Slide 13 - Quiz

Een leverancier kan bijna al zijn artikelen uit voorraad leveren.
Dit is een voorbeeld van een
A
Hoge servicegraad
B
Lage servicegraad
C
Leveringscondities

Slide 14 - Quiz

Wat is klantgericht gedrag?
A
Competent gedrag tegenover klanten
B
Onbewust gedrag tegenover klanten
C
Waarneembaar gedrag tegenover klanten

Slide 15 - Quiz