kgt 1 - chapitre 3 - herh kloktijden + luisteren bron A

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

PROGRAMME

• Absentie
• Phrases-clés
• Terugblik kloktijden
• Ecouter - bron A
• Huiswerk

PHRASES-CLÉS

Tu en quelle classe?

1. Le mardi, j'ai anglais et géographie.
2. Je suis en cinquième.
3. C'est monsieur Duval.
4. Oui, j'aime la géographie.

Tu as quelles matières le mardi?

1. Le mardi, j'ai anglais et géographie.
2. À dix heures.
3. C'est monsieur Duval.
4. Oui, j'aime la géographie.

La récré, c'est à quelle heure?

1. Le mardi, j'ai anglais et géographie.
2. À dix heures.
3. C'est monsieur Duval.
4. Oui, j'aime la géographie.

Tu aimes la géographie?

1. Le mardi, j'ai anglais et géographie.
2. À dix heures.
3. C'est monsieur Duval.
4. Oui, j'aime la géographie.

Qui est ton prof d'histoire?

1. Le mardi, j'ai anglais et géographie.
2. À dix heures.
3. C'est monsieur Duval.
4. Oui, j'aime la géographie.

"Quelle heure est-il?"

1. Je suis en cinquième
2. Il est neuf heures.
3. Oui, j'aime la géographie.
4. Non, il est sympa.

Les heures

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

Les nombres jusqu'à 11

1 = un

2 = deux

3 = trois

4 = quatre

5 = cinq

6 = six

7 = sept

8 = huit

9 = neuf

10 = dix

11 = onze

Hele uren

il est deux heures

HELE UREN

il est quatre heures

il est huit heures

Het is .. uur = il est .. heure(s)

Hele uren

HELE UREN

Als het 1 uur is, schrijf je ''heure'' zonder 's'!

Il est trois heures = Het is drie uur

Il est une heure = Het is één uur

il est une heure

Hele uren

HELE UREN

Let op:

Het is 12 uur 's middags = il est midi

Het is 12 uur 's nachts = il est minuit 

Het is 8 uur

1. Il est sept heures
2. Il est huit heure
3. Il est huit heures
4. Il est six heures

Het is vier uur

1. Il est six heures
2. Il est cinq heures
3. Il est quatre heures
4. Il est cinq heure

Het is 12 uur 's middags

1. Il est midi
2. Il est minuit
3. Il est douze heures

Traduisez en français
Het is zes uur

Vertaal de kloktijd naar het Frans:
het is één uur.

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is 12 uur 's nachts.

Je leert in dit hoofdstuk ook de schoolvakken te benoemen in het Frans. 

Sleep de juiste woordjes in het blauw naar de vertaling.

les maths

l'anglais

l'histoire

la géographie

le néerlandais

le dessin

tekenen

Nederlands

Engels

Wiskunde

aardrijkskunde

geschiedenis

Wat betekent:
le contrôle

1. de controle
2. de toets
3. het huiswerk
4. de les

Wat betekent:
facile

1. leuk
2. makkelijk
3. fantasie
4. moeilijk

Wat betekent:
difficile

1. leuk
2. makkelijk
3. verschillend
4. moeilijk

Wat betekent:

Je suis fort en histoire.

1. Ik vind geschiedenis leuk
2. Ik houd van geschiedenis
3. Ik ben goed in geschiedenis
4. Ik heb huiswerk voor geschiedenis

Prends ton livre à la page 100-101

Waarom reageert Jules niet heel enthousiast op de vraag: ''Ça va?''

1. Hij heeft een hekel aan school.
2. Hij heeft niet goed geslapen.
3. Hij heeft veel huiswerk.

Voor welke vakken heeft Jules een toets?

1. Aardrijkskunde en Engels
2. Engels en wiskunde
3. Tekenen en wiskunde

''Pauvre Jules!'' Waarom heeft Zoë medelijden met Jules?

1. Hij heeft een hekel aan wiskunde
2. Hij heeft twee toetsen
3. Hij vindt aardrijkskunde moeilijk

''Tu es sérieux?'' Waarom stelt Zoë deze vraag?

1. Jules heeft het hele weekend voor aardrijkskunde geleerd
2. Jules wil Zoë helpen met haar aardrijkskundetoets
3. Jules zegt dat hij aardrijkskunde makkelijk vindt.

''Hahaha! Tu rigoles!'' Waarom maakt Zoë deze opmerking?

1. Jules geeft het verkeerde antwoord op de vraag van Zoë
2. Jules is heel goed in aardrijkskunde
3. Zoë weet zelf ook het juiste antwoord niet.

HUISWERK

Maken: bron A opdracht 4, 5, 6 op bladzijde 100-102

Leren: vocabulaire A op bladzijde 128 van je boek

Maak de opdrachten, maak er een foto van en stuur dit uiterlijk maandag 15 februari naar mij via MS teams!