Van Noordpool naar Zuidpool

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Van Noordpool naar Zuidpool

GPL jaar 1

Ons zonnestelsel

Vanuit de ruimte

• Leerdoel 1 rood; Je noemt de planeten en hun positie in ons zonnestelsel.
  
• Leerdoel 2 rood; Je beschrijft de functie van de dampkring voor de temperatuur op aarde en je benoemt de verschillende lagen.

• Leerdoel 1 wit; Je noemt de verhoudingen van de planeten in het zonnestelsel.
  
• Leerdoel 2 wit; Je beschrijft de functie van de dampkring voor de temperatuur op aarde en je benoemt de verschillende lagen.
  

Ezelsbruggetje: Maak Van Acht Meter Japanse Stoffen Uw Nachtjapon

Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunes.

De dampkring

• De dampkring, of atmosfeer, is een dunne deken van lucht om de aarde.
• Dankzij de dampkring is de temperatuur gemiddeld 15 graden.
• De dampkring bevat zuurstof, zonder zuurstof kunnen we niet leven.
  

De dampkring

• De dampkring bestaat uit verschillende lagen.

• Troposfeer, stratosfeer, mesosfeer, thermosfeer en Exosfeer.

De aarde is vanaf de zon de...

1. eerste planeet
2. derde planeet
3. zesde planeet
4. achtste planeet

De dampkring...

1. Zorgt voor een aangename temperatuur van 15 graden
2. Bestaat uit één laag
3. Is een dunne deken van lucht om de aarde
4. Laat schadelijke straling binnen

Klimaatzones

• Leerdoel 3 rood; Je legt het verschil uit tussen weer en klimaat.
• Leerdoel 4 rood; Je beschrijft hoe breedteligging de klimaatgebieden beïnvloedt.
• Leerdoel 5 rood; Je beschrijft de gevolgen van de scheve stand van de aardas voor de lengte van de dagen en de seizoenen.
  

• Leerdoel 3 wit; Je beschrijft de factoren die het klimaat bepalen. Je past de verschillende klimaatfactoren toe in een gebied.
• Leerdoel 4 wit; Je beschrijft het verband tussen de ronding van de aarde en breedteligging als klimaatfactor.

Het weer is het zelfde als het klimaat

1. Ja
2. Nee

Klimaatzones

• Er zijn grofweg 5 hoofdklimaten.

1. Tropisch klimaat
2. Droog klimaat
3. Gematigd klimaat
4. Koud klimaat

• Elk klimaat heeft zijn eigen kenmerken.
  

Klimaatfactoren

• Leerdoel 5 wit; Je beschrijft de gevolgen van de scheve stand van de aardas voor de lengte van de dagen en de seizoenen.
• Leerdoel 6 wit; Je beschrijft de factoren die het klimaat bepalen. Je past de verschillende klimaatfactoren toe in een gebied.

De aarde draait

• De aarde draait om zichzelf, maar ook om de zon.
• Daardoor is het op de ene helft van de aarde nacht en op de andere helft dag!
  

De stand van de aarde

• De aarde staat een beetje schuin.
• De kant waar het dag is, wordt opgewarmd door de zon.
  
• Rond de evenaar is het het warmst, de zonnestralen hoeven maar een korte afstand af te leggen.

Wat heb je geleerd?