herhaling en huiswerk par. 3

H6 §3 serie en parallelschakelingen 
Tijdens de les gaan we huiswerk 27 t/m 33  bespreken/ les Herhalen (30 min)
Evaluatie: 15 min
Pak je boek en open blz. 197. 
Lever je huiswerk in op Teams! Wees op tijd.
Huiswerk volgende les: 34 t/m 38

1 / 26
next
Slide 1: Slide
naskMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H6 §3 serie en parallelschakelingen 
Tijdens de les gaan we huiswerk 27 t/m 33  bespreken/ les Herhalen (30 min)
Evaluatie: 15 min
Pak je boek en open blz. 197. 
Lever je huiswerk in op Teams! Wees op tijd.
Huiswerk volgende les: 34 t/m 38

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Serieschakeling
Een serie schakeling is hetzelfde als een Netflix serie. In plaats van alle afleveringen achter elkaar te kijken, plaats je alle apparaten achter elkaar op dezelfde stroomkring. 

Slide 3 - Slide

Parallel schakeling

Een ander soort schakeling is een parallel schakeling. 

Bij een parallel schakeling zit ieder apparaat in een aparte stroomkring. 

Slide 4 - Slide

Batterijen Serie
Als je batterijen (accu’s in dit voorbeeld) in serie schakeld, tel je alle Voltages bij elkaar op. 

Beide accu’s zijn 12V, dus dat geeft 24V samen. 

Slide 5 - Slide

Batterijen parallel

Als je batterijen (Accu’s hier weer) parallel schakeld, blijft alles dezelfde Voltage. 

Maar je mag de stroomsterkte bij elkaar tellen. Dus 2x 85A geeft 170 Ampere. 

Slide 6 - Slide

serie vs parallel schakelingen
serie 
parallel
een gesloten stroomkring
meer dan een  gesloten stroomkring
stroom door elke lamp hetzelfde als door de batterij
stroom van de batterij wordt verdeeld in de takken
spanning van de batterij wordt verdeeld over de lampen 
Amperemeter sluit je in serie aan.
spanning van elke lamp is gelijk aan de spanning van de batterij.
Voltmeter sluit je parallel aan

Slide 7 - Slide

opgave 27
a juist
b juist
c Onjuist, drie batterijen van 1,5 V parallel geven een spanning van 1,5 V.
d Onjuist, in serie geschakelde batterijen leveren een grotere spanning.
e Onjuist, een voltmeter schakel je parallel.

Slide 8 - Slide

opgave 28, 29
28a Alle lampjes zitten in de zelfde stroomkring en de stroomsterkte door alle lampjes is even groot.
28b Elk lampje of apparaat heeft een aparte stroomkring en over elk apparaat staat de spanning van de spanningsbron.

A29 a In een parallelschakeling hebben alle apparaten een eigen stroomkring. Als Jolande het lampje losdraait, wordt de stroomkring van het lampje onderbroken, maar de stroomkring van de bel niet.
b Ja, dan wordt de stroomkring van de bel onderbroken, maar niet die van het lampje.

Slide 9 - Slide

opgave 30d

Slide 10 - Slide

opgave 30

Slide 11 - Slide

opgave 33
a Onjuist, de stroomsterktes zijn gelijk.
b Onjuist, maar een gedeelte van de stroom die door L1 gaat, gaat door L2.
c Onjuist, de stroomsterkte is groter bij punt 2 dan bij punt 3.
d Onjuist, de stroomsterkte bij punt 1 en 6 is gelijk.
e Onjuist, de stroomsterkte bij de punten 3 en 4 is lager dan bij de punten 2 en 5.



Slide 12 - Slide

opgave 32
a De lampjes zijn hetzelfde, dus de hoofdstroom wordt in drie gelijke delen gesplitst. I (een lamp)= I batterij/3= 1,86/3 =0,62A
Door één lampje loopt = 0,62 A.

b De lampjes zijn hetzelfde, dus door alle drie de lampjes loopt een gelijk stroom van 1,86 A. 
De hoofdstroom is 3 × 1,86 = 5,58 A.

Slide 13 - Slide

opgave 34
In de bovenste schakeling zijn de batterijen in serie geschakeld. De totale spanning is    4 × 1,5 = 6 V. 
In de linker schakeling zijn de batterijen parallel geschakeld. De totale spanning is 1,5 V. 

In de rechter schakeling is steeds de pluspool van de ene batterij met de minpool van de andere batterij verbonden. Deze batterijen zijn ook in serie geschakeld en leveren ook een totale spanning van 6 V.

Slide 14 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 15 - Open question

Een lampje en twee stroommeters zijn aangesloten op een spanningsbron. De schakeling is een .......
A
serieschakeling.
B
combinatie van serie en parallelschakeling.
C
parallelschakeling.

Slide 16 - Quiz

Een lampje en twee stroommeters zijn aangesloten op een spanningsbron. "De Amperemeters wijzen dezelfde waarde aan. "
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Wat voor soort schakeling staat hier
A
serie schakeling
B
parallelschakeling

Slide 18 - Quiz

Is dit een serie- of
parallelschakeling?
A
serie
B
parallel

Slide 19 - Quiz

Spanning wordt gemeten met een
A
amperemeter
B
voltmeter
C
stroommeter
D
spanningsmeter

Slide 20 - Quiz

1 =
A
ampere meter serie
B
amperemeter parallel
C
voltmeter serie
D
voltmeter parallel

Slide 21 - Quiz

Hier zie je...
A
Een serieschakeling
B
Een paralelschakeling
C
Een serie- en parallelschakeling

Slide 22 - Quiz

Deze schakeling is een:
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
zowel een serie als een parallelschakeling
D
combinatieschakeling

Slide 23 - Quiz

9. Wanneer mag je spanning van batterijen bij elkaar optellen?
A
maakt niet uit hoe je ze schakelt
B
parallelschakelen
C
serie met plus tegen min
D
serie met min tegen min en plus tegen plus

Slide 24 - Quiz

Is dit een serie- of
parallelschakeling?
A
serie
B
parallel

Slide 25 - Quiz

Drie lampjes met een constante weerstand worden op twee manieren aangesloten. De batterijen zijn ook identiek.
Wat is het verschil in lichtsterkte (per lampje)?
A
De lampjes in serie schakeling branden minder fel dan de lampjes in parallel schakeling
B
De lampjes in parallel schakeling branden feller dan de lampjes bij de serie schakeling
C
Je kunt geen uitspraak doen over de felheid van de lampen.

Slide 26 - Quiz