Poëzie en Fictie A

Ik ken de begrippen realistisch en inleven


Realistisch en inleven in de hoofdpersoon 
Nederlands
Poëzie en fictie A 
blz. 182 opdracht 4, 5, 6
Hebben we alle doelen behaald?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ik ken de begrippen realistisch en inleven


Realistisch en inleven in de hoofdpersoon 
Nederlands
Poëzie en fictie A 
blz. 182 opdracht 4, 5, 6
Hebben we alle doelen behaald?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Woord van de week
Wie?
Lisa

Slide 3 - Slide

Fictie

Slide 4 - Slide

We kiezen weer een nieuw boek

Vandaag en morgen besteden we tijd aan het kiezen van een nieuw boek. 

Doel: ik heb deze week een nieuw boek gekozen!

Slide 5 - Slide

Realistisch
Een verhaal is realistisch als het in het echt ook zou kunnen gebeuren.

Een personage is realistisch als ze dingen meemaken die in het echt ook kunnen gebeuren.   

Slide 6 - Slide

Fictie: realistisch of niet-realistisch?

Slide 7 - Slide

realistisch
niet realistisch

Slide 8 - Slide

Niet-realistisch
Realistisch

Slide 9 - Slide

Realistich, niet-realistisch?

Slide 10 - Slide

Ik lees het liefst verhalen die:
A
Realistisch zijn
B
Niet-realistisch zijn

Slide 11 - Quiz

Wat voor soort boek zou jij willen lezen?

Slide 12 - Open question

Aan het werk
Poëzie en fictie A, achterin je boek

Bladzijde 186

Maken: opdracht 5, 4
timer
20:00

Slide 13 - Slide

Huiswerk voor vandaag

Denk vast na over een boek dat je wilt lezen!

Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de site van de bibliotheek, of gebruik de pauze om de boekenkast op school te bekijken.


Slide 14 - Slide