Module Dagbesteding: Groepsprocessen

Module Dagbesteding
Les: Leefwereld
Deel 2
1 / 36
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Module Dagbesteding
Les: Leefwereld
Deel 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Kennisdoelen: 

Je onderbouwt hoe je de cliënt consequent wijst op normen en waarden. 
Toepassingsdoelen: 
Je laat zien hoe je aandacht toont voor de leefwereld van de cliënt 
Communicatie: 
Je toont verschillende basis communicatietechnieken aan in complexere praktijksituaties  



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Inhoudsopgave
  • Sociaal gedrag
  • Groepen en groepsprocessen
  • Opdrachten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe ga je met een ander om?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Goed gedrag
Alle manieren om rekening met elkaar te houden. 

Alle goede gedragingen worden ook wel:
omgangsvormen of sociaal gedrag genoemd.
  
Bij sociaal gedrag horen bepaalde vaardigheden:

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

sociale vaardigheid


contact maken met anderen

samenwerken

afspraken nakomen

respectvol communiceren

omgaan met je emoties

omgaan met kritiek

de regels van de groep respecteren







voorbeeld


iemand groeten en oogcontact maken

een ander om een reactie vragen

op tijd zijn of op tijd een afspraak afzeggen

vriendelijk of beleefd iets zeggen

als iets je irriteert, dan stel je je reactie uit

proberen te leren van de tips van een ander

op je beurt wachten in de rij bij de kassa









Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Socialisatie
Het aanleren van sociaal gedrag heet socialisatie

Mensen leren sociale vaardigheden tijdens hun opvoeding en door ervaring in het dagelijks leven.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

(sub)culturen
Tussen (sub)culturen en groepen bestaan vaak verschillen in sociaal gedrag. Dat kan verwarrend zijn. In Nederland toont iemand bijvoorbeeld respect door een ander aan te kijken tijdens een gesprek. Maar in bijvoorbeeld sommige Aziatische culturen is het juist brutaal om de ander aan te kijken.

Zulke verschillen zijn er ook dichter bij huis. De omgangsvormen op het werk, met vrienden of op de sportclub zijn overal net weer iets anders. Omdat sociaal gedrag per groep verschilt, is het het handigst om naar de omgangsvormen van anderen te kijken.

Zo kom je er het beste achter hoe het nou eigenlijk hoort. En twijfel je nog steeds over de omgangsvormen? Vraag dan wat iemand van jou verwacht of wat de gewoonte is.
Zo’n vraag wordt vaak attent en sociaal gevonden.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Bied ruimte in een gesprek: stel open vragen

Een belangrijke sociale vaardigheid is om iemand in een gesprek ruimte te geven. 

Hiermee laat je merken dat je respect hebt voor wat de ander vindt. 
Open vragen bieden deze ruimte.

Een open vraag nodigt een ander uit veel te vertellen en na te denken.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Begin een gesprek bijvoorbeeld met een open startvraag, zoals:

  • Kun je daar iets meer over vertellen? Of: vertel daar eens iets meer over.
  • Hoe belangrijk is deze opleiding voor jou?

Aan het eind van een gesprek kun je een open slotvraag stellen om opnieuw ruimte te bieden. Bijvoorbeeld:
  • Wat vond je ervan?
  • Hoe sta je er nu tegenover?

Een open vraag geeft veel ruimte voor alle antwoorden. Geef de ander daarom ook even tijd om na te denken.





Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Groepen en Groepsprocessen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

wat is een groep?

Slide 14 - Mind map

gezamenlijk groepsdoel
groepsinteractie
machtsstructuur
groepsnormen 
groepsrollen
groepsindeling
primaire en secundaire groepen
formele en informele groepen
homogene en heterogene groep
in-group en out-group

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

primaire groep
Kenmerkt zich door
Persoonlijke en intieme relaties
( de sociale afstand tussen de leden is klein)
Emoties delen speelt een belangrijke rol
Bestaan langdurig

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

secundaire groep
de taak staat centraal
zakelijkere omgang (formeel)
groepslid: wat hij is en kan , dan om wie hij is
een ieder lid is vervangbaar
sociale afstand is groter en de betrokkenheid is minder.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

formele groep
doel, taken, regels en besluiten zijn vastgelegd
een ieder weet bij WIE hij voor WAT moet zijn
zijn georganiseerde groepen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

informele groep
geen organisatorische beperking( vriendengroep) 
Ze ontstaan vanuit een gemeenschappelijke belangstelling

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

homo gene groep
de aspecten van de groepssamenstelling zijn hetzelfde:
de sekse, 
de leeftijd
het beroep
de problematiek

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

heterogene groep

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

out group
in group

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

geef een voorbeeld van een primaire en een secundaire groep

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

plaats de voorbeelden bij de juiste groep, meerdere opties per voorbeeld zijn mogelijk
formele groep
informele groep
homogene groep
heterogene groep
primaire groep
secundaire groep
groep vrienden
Z4b04TOP klas
verpleegkundigen op interne afdeling
voetbalteam j.o 17
game groep

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

een groep functioneert op zijn best als: 
duidelijke structuur, waarbij ieder zich prettig voelt
doelstelling is voor een ieder duidelijk
een ieder conformeert zich met de formele en informele regels voor gedrag
de persoonlijke wensen, verwachtingen en eigenschappen van een ieder zijn bekend en worden geaccepteerd
de groepsleden zijn tevreden over de mate van  inspraak
de groepsleden kunnen gaan akkoord met de rol-en invloedsverdeling binnen de groep
er is een open communicatie
onderling vertrouwen in elkaar
afstemming is juist.


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

begeleidingsaspecten voor een juiste groepscohesie
Zorgen voor een geode sfeer
Stimuleren van interactie
Stimuleren van betrokkenheid
Geven van individuele aandacht
Omgaan met conformisme

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

4

Slide 27 - Video

This item has no instructions

individueel/groepsopdracht 1
doel van deze opdracht is je bewust worden hoe een groep jou beïnvloedt en hoe jij reageert op anderen in de groep

  1. ik word kwaad in een groep als.......
  2. ik voel me blij als in een groep......
  3. ik voel me rot als in een groep.....
  4. ik word bang als in een groep......
  5. ik heb er een hekel aan als in een groep........
  6. als iemand in een groep veel praat dan .........
  7. als iemand me in een groep niet laat uitpraten dan........
  8. als iemand in een groep afdwaalt van het onderwerp dan......
  9. als iemand me in een groep beledigt of irriteert dan......
in de kleine groep bespreken en maak samenvatting en voeg deze toe in:de volgende 
slide.
timer
5:00

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

samenvatting individueel/groepsopdracht 1

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

01:48
Beschrijf in eigen woorden wat verstaan wordt onder de forming fase.

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

02:27
van welke communicatie is er in de norming fase sprake ?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

04:09
Welke interventie(s) kan een teamleider inzetten om sneller van forming fase naar performing fase te komen?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

05:20
waarom is het belangrijk om aandacht te besteden aan de adjourning fase?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

groepsopdracht 2
 In de kleinschalige woonvorm: “het geluk” wonen 7 bewoners met de ziekte van alzheimer bij elkaar. Deze 7 bewoners zijn tussen de 69 en 75 jaar. Ze zijn nog allen mobiel en hebben allen ondersteuning nodig in de ADL en sturing en/ of ondersteuning in de HDL.
3 bewoners zitten in het stadia van het bedreigde ik en 4 bewoners in stadia het verborgen ik.
de mantelzorgers van deze 7 bewoners komen wekelijks bij moeder/ zus/schoonzus of oma op bezoek.


beschrijf welke onderstaande begrippen volgens jou op bovenstaande situatie van toepassing zijn en waarom.
homogene groep; heterogene groep; primaire groep; secundaire groep; formele groep; informele groep.



voeg het antwoord toe in de volgende slide.
timer
15:00

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

resultaat van groepsopdracht 2

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Wat heb je geleerd van de les?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions