Formatieve toets
Sleep de juiste afbeelding naar het juiste tijdvak
Tijd van wereldoorlogen
Tijd Grieken en Romeinen
Tijd jagers en boeren
1 / 19
Items in this lesson
Sleep de juiste afbeelding naar het juiste tijdvak
Tijd van wereldoorlogen
Tijd Grieken en Romeinen
Tijd jagers en boeren
Slide 1 - Drag question
De Grieken hadden een oppergod. Wie was dat?
A
Poseidon
B
Hades
C
Zeus
D
Aphrodite
Slide 2 - Quiz
Andere naam voor de tijd van de Grieken en Romeinen
A
Gekkigheid.
B
Tijd van Romeinen en Grieken
C
3000 v.C. - 500 n.C.
D
Oudheid.
Slide 3 - Quiz
Van wanneer tot wanneer loopt het tijdvak van Grieken en Romeinen
Slide 4 - Open question
Wie wordt hier vermoord?
Slide 5 - Open question
Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde (van vroeg naar laat)
1
2
3
4
Keizer Constantijn de Grote wordt Christenen
Moord op Julius Caesar
Einde West-Romeinse rijk
Griekse koloniën in Italie
Slide 6 - Drag question
Al rond 800 v. Chr. hadden Grieken ......... in Italië, in Turkije en zelfs in Spanje. Hiervandaan werd voedsel naar Griekenland gebracht. In al deze ........ bouwden de Grieken huizen, tempels en theaters. Op die manier raakte de Griekse cultuur bekend in veel landen rond de Middellandse Zee.
Welk woord ontbreekt op de puntjes (1 woord)
Welk woord ontbreekt op de puntjes (1 woord)
Slide 7 - Open question
Waarom gingen de Grieken overzeese kolonies stichten?
A
Er was niet genoeg voedsel voor iedereen
B
Sommige grieken werden verjaagd
C
Grieken wilden meer gebied innemen
D
Ze wilden in contact komen met de Romeinen
Slide 8 - Quiz
Sleep het juiste begrip naar de juiste omschrijving
Vergadering waarin alle belangrijke beslissingen werden genomen over het bestuur van het Romeinse Rijk.
Manier van besturen waarbij de bewoners veel invloed hebben op hoe hun land wordt geregeerd.
Het Romeinse Rijk was een ......... De leiders werden elk jaar gekozen. Maar aan de verkiezingen mochten lang niet alle mensen meedoen.
Leiders van het Romeinse Rijk in de tijd van de republiek.
Senaat
Republiek
Democratie
Consuls
Slide 9 - Drag question
Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde (van vroeg naar laat)
1
2
3
4
Geboorte Jezus Christus
Christendom wordt Staatsgodsdienst
Rome is een republiek
Splitsing West-Romeinse Rijk en Oost-Romeinse rijk
Slide 10 - Drag question
Welke zin is juist?
A
De Romeinen namen veel van de Grieken over
B
De Romeinen namen niet veel van de Grieken over
C
De Grieken namen veel van de Romeinen over
D
De Grieken waren geen voorbeeld voor de Romeinen
Slide 11 - Quiz
Grieken
Romeinen
Slide 12 - Drag question
De Grieken volgen 1 god
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Hoe noemden de Romeinen hun grens?
A
Legioen
B
Aquaduct
C
Limes
Slide 14 - Quiz
Noem één belangrijk verschil tussen de godsdienst van de Romeinen en die van de Joden
A
De Romeinen hadden één god de Joden hebben meerdere goden
B
De Romeinen hadden meerdere goden de Joden hebben één god
Slide 15 - Quiz
Hoe heette de oppergod van de oude Grieken?
A
Apollo
B
Poseidon
C
Zeus
D
Athena
Slide 16 - Quiz
Wat is waar?
A
De Romeinen hebben weinig vijanden
B
De Germanen en Romeinen waren vrienden
C
De Germanen vochten vaak tegen de Romeinen
D
De Germanen kenden de Romeinen niet
Slide 17 - Quiz
Sleep het juiste begrip onder het juiste plaatje
Directe verkiezingen
indirecte verkiezingen
Slide 18 - Drag question
Sleep het juiste begrip naar de juiste omschrijving
Griekse stad met het gebied eromheen, die als een zelfstandig landje werd bestuurd.
Verhaal over goden en verzonnen wezens.
Volgeling van Jezus Christus. Christenen geloven, net als joden en moslims, in één god.
Volk dat ten noorden van de Rijn, de grens van het Romeinse Rijk, woonde
Polis
Germanen
Mythen
Christenen
