5.2 - A - De Middeleeuwse stad



5.2 - A - Het stadse leven
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



5.2 - A - Het stadse leven

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de sociale lagen in de middeleeuwse stad benoemen en uitleggen hoe het ambachtswezen was georganiseerd

Slide 2 - Slide

Planning
  • Sociale lagen
  • Werken in een gilde
  • Van leerling tot meester

  • Quiz
  • Afsluiting 

Slide 3 - Slide

Sociale lagen
  • De inwoners van een stad vormden samen de burgerij. Dit waren vrije mensen zoals rijke kooplieden en belangrijke ambachtslieden. Zij zaten in het bestuur. 

  • Daaronder kwamen de winkeliers.

  • De arme arbeiders.

  •  De daklozen. 

Slide 4 - Slide


Werken in een gilde

  • Omdat de oogst groter wordt, hoeft niet iedereen meer boer te zijn: er ontstaan andere beroepen: ambachten
  • Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde: een vereniging van mensen met hetzelfde ambacht. 
  • Het gilde controleerde ook de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
  • Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker

Slide 5 - Slide

Van leerling 
tot meester
  • Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.

  • Hiervoor moet je eerst meester worden:
  1. Je begon al erg jong als leerling;
  2. Daarna werd je gezel;
  3. En pas als je meesterproef had gedaan kon je meester worden. Je was dan vaak al ver boven de 30 jaar!
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.

Slide 6 - Slide







Een voorbeeld van een meesterproef.

Om meester te worden moest een poort worden gemetseld.

Slide 7 - Slide


Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz


Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz


Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz


Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz


Een marktkoopman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz


Een zilversmid is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Als je goed genoeg was, moest je de ????
afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.

Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling

Slide 14 - Quiz

Historische vaardigheden
Maak opdracht 8, 9 en 10 van paragraaf 5.5 

Ben je klaar? 

Ga dan verder met het huiswerk.

Opdracht 3, 5, 7, 9, 10 en 11.

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de sociale lagen in de middeleeuwse stad benoemen en uitleggen hoe het ambachtswezen was georganiseerd

Slide 16 - Slide