3.2 Warmtetransport door wind (deel 2)

3.2 Warmtetransport door wind en zeestromen

Startklaar:
- boek + schrift
- geen laptop / telefoon
- jas uit 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.2 Warmtetransport door wind en zeestromen

Startklaar:
- boek + schrift
- geen laptop / telefoon
- jas uit 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik 
Welke woorden horen op de plek van A, B, C en D? 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Werkblad 3.2 afmaken (ITCZ - Moessons)
  • Uitleg 3.2 (deel 2)
  • Oefenen 
Laptop en telefoons weg tijdens de uitleg

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Weekplenda
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
H1
H2 §1
H2 §2
H2 §3
SO
H3 §1
H3 §2



H3 §3
SO
Herhaling


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
  • uitleggen hoe moessons ontstaan door het verschuiven van de ITCZ

  • uitleggen hoe zeestromen invloed hebben op het klimaat 

  • klimaatgebieden onderscheiden aan de hand van het systeem van Köppen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Werkblad 3.2
Waarom komen er zulke heftige regenbuien voor  in India?
En wanneer gebeurt dat?

Hiervoor moet je weten: wat het windsysteem is (lucht circulatie) 
 

Slide 6 - Slide

Moessonregens in Azië 
Deel 1 werkblad
Dit is de basis

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Evenaar versus ITCZ
Evenaar beweegt niet, is de 0 graden breedte lijn
ITCZ = lage drukgebied, dit beweegt 
1. door de scheve stand van de aardas verandert de breedtegraad waar de zon loodrecht instraalt. 

2. op de plek waar maximale instraling is, wordt de lucht warm, stijgt hij op en dus lage drukgebied

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Evenaar = witte lijn
Evenaar = witte lijn
ITCZ = rode lijn
p.88

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Paarse pijlen zijn passaten

Waaien van H naar L 
 
L = dus eigenlijk ITCZ, 
niet  perse de evenaar. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Rode pijlen zijn moessons   

Waaien van H naar L, 
maar zodra ze de evenaar oversteken veranderen ze van richting.

Let op de tweede wet van Buys Ballot, 

Noord afwijking rechts
Zuid afwijking links   

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Maak nu onderdeel 2
op je werkblad. 

timer
7:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

moesson
zuidwest
moesson
Noorwest

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

3.2 Deel 2
Warmtetransport door zeestromen
 

Slide 16 - Slide

Moessonregens in Azië 
Oceanische circulatie
  • Naast wind ook zeestromen erantwoordelijk voor verdeling van warmte
  • Dezelfde afwijkingen (wet van Buys Ballot 2)
Noordelijk halfrond draait met wijzers van klok mee (rechts)

Zuidelijk halfrond tegen wijzers van klok in (links)
p.89

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Oceanische circulatie
  • Warme en koude zeestromen
     
  • Let op: niet letterlijk warm of koud,

    maar hoger of lager dan je zou verwachten op die breedtegraad.  
p.89

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Oceanische circulatie

  • Warme zeestromen brengen warm water naar polen
     
  • Koude zeestromen brengen koud water naar lagere breedten
     
  • Effect op temperatuur:
    bijv.: warme zeestroom aangename temperatuur  in winter 
p.89

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Systeem van Köppen
  • Wereld opgedeeld in klimaatgebieden
  • Vijf zones:
    A) Tropisch regenklimaat
    B) droog klimaat
    C) maritiem klimaat
    D) continentaal klimaat
    E) koud klimaat 
p.89

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Systeem van Köppen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
  • uitleggen hoe moessons ontstaan door het verschuiven van de ITCZ

  • uitleggen hoe zeestromen invloed hebben op het klimaat 

  • klimaatgebieden onderscheiden aan de hand van het systeem van Köppen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Herhaling 3.2
Welke van onderstaande beweringen zijn waar:

  1. Als gevolg van de corioliskracht krijgt de wind op het zuidelijk halfrond een afwijking naar rechts
  2. Op ongeveer 60 graden N.B. en Z.B. ligt een lagedrukgebied.
  3. Poolwinden waaien altijd uit oostelijke richting.
  4. De ITCZ bereikt op het zuidelijk halfrond een hogere breedte dan op het noordelijk halfrond
  5. Moessons zijn halfjaarlijkse winden die tussen de keerkringen waaien
  6. Op het noordelijk halfrond draait het circulatiepatroon van de zeestromen tegen de wijzers van de klok in. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Herhaling 3.2
Welke van onderstaande beweringen zijn waar:

  1. Als gevolg van de corioliskracht krijgt de wind op het zuidelijk halfrond een afwijking naar rechts
  2. Op ongeveer 60 graden N.B. en Z.B. ligt een lagedrukgebied.
  3. Poolwinden waaien altijd uit oostelijke richting.
  4. De ITCZ bereikt op het zuidelijk halfrond een hogere breedte dan op het noordelijk halfrond
  5. Moessons zijn halfjaarlijkse winden die tussen de keerkringen waaien
  6. Op het noordelijk halfrond draait het circulatiepatroon van de zeestromen tegen de wijzers van de klok in. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hoe noem je de winden van 30 graden breedte naar de evenaar?
Passaten
Waarom een L bij de evenaar?
Warmt = opstijgende lucht
Waarom zakt de lucht van de evenaar rond de 30 graden breedte?
De warme lucht stijgt op  bij de evenaar en gaat hoog in de lucht opzoek naar een lage luchtdrukgebied. Hoog in de lucht koelt hij af, dan gaat hij dalen. Zo ontstaat een hoge drukgebied. 
Waarom verschuift de ITCZ?
Omdat de aarde schuin op z'n as staat, komt de zon niet altijd loodrecht op de evenaar. De ITCZ is het gebied waar de zon loodrecht binnenkomt. 
Waarom regent het bij evenaar en is het droog bij de 30 graden?
Bij de evenaar heb je lage luchtdruk. Warmte lucht stijgt op en koelt af. Het condenseert. Er ontstaan wolken en dus neerslag.

Bij de 30 graden is er dalende lucht (hoge drukgebied). Dalende lucht wordt warmer en kan meer waterdamp bevatten en vormt daarom geen wolken. 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Woordenboek
Vul je persoonlijke woordenboek aan met de 
woorden die je nog niet kent:
Weer
Klimaat
Stralingsbalans
Invalshoek zon
Luchtdruk
Neerslag
Moesson
(aanlandige)wind
Buys Ballot
Corioliseffect
Passaat
ITCZ
Oceanische circulatie
Köppen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions