Rekenen: rekenen met ongelijknamige/gelijknamige breuken

Rekenen met ongelijknamige/gelijknamige breuken
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Basisschool

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Rekenen met ongelijknamige/gelijknamige breuken

Slide 1 - Slide

Leerdoel:

Ik kan gelijknamige en ongelijknamige breuken bij elkaar optellen/aftrekken

Slide 2 - Slide

Breuken vind ik ...
A
makkelijk
B
lastig
C
te doen

Slide 3 - Quiz

Breuken bestaan uit...
A
Boven en onder
B
Teller en noemer
C
Naam en achternaam
D
Vier cijfers

Slide 4 - Quiz

Bij breuken optellen moet je de breuken gelijknamig maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

Kijkvraag 1
  • Wat heb je geleerd van deze instructie-video? 

Slide 7 - Slide

Kijkvraag 2
  • welke tak van mindmap snap je door het zien van de video?

Slide 8 - Slide


breuken optellen
52+53=
A
105
B
205=41
C
2023
D
1

Slide 9 - Quiz

Breuken optellen:

51+162=
A
51+81=408+405=4013
B
5+161+2=213=71

Slide 10 - Quiz


breuken optellen
52+43=
A
95
B
205=41
C
2023
D
1203

Slide 11 - Quiz


breuken optellen
52
+
43
A
95
B
205=41
C
2023
D
1203

Slide 12 - Quiz

Breuken optellen:

92+73=
A
92+73=6314+6318=6332
B
92+73=6314+6327=6341

Slide 13 - Quiz


Breuken optellen
52+43=
A
95
B
205=41
C
2023
D
1203

Slide 14 - Quiz


Breuken optellen
52+43=
A
95
B
205=41
C
2023
D
1203

Slide 15 - Quiz

Breuken aftrekken
A

Slide 16 - Quiz

Schrijf 3 dingen op die je geleerd hebt?

Slide 17 - Open question

Wat heb je na deze les nog niet begrepen?

Slide 18 - Open question