Interactieve video Geluid

interactieve video Geluid
bron - tussenstof - ontvanger
trillingstijd - frequentie
oscilloscoop
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slide and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

interactieve video Geluid
bron - tussenstof - ontvanger
trillingstijd - frequentie
oscilloscoop

Slide 1 - Slide

13

Slide 2 - Video

00:45
Dolfijnen kunnen met elkaar "praten". Wat is de tussenstof wanneer ze op een diepte van 20 m geluid maken?
A
lucht
B
vacuüm
C
water
D
zand

Slide 3 - Quiz

01:17
De lucht onder de glazen stolp wordt verwijderd. Wat hoor je nu?
A
het geluid van de bel wordt steeds harder
B
het geluid van de bel wordt steeds lager
C
het geluid van de bel wordt steeds hoger
D
het geluid van bel hoor je niet meer

Slide 4 - Quiz

01:46
Noem minstens twee factoren die de toonhoogte beïnvloeden bij een snaarinstrument.

Slide 5 - Open question

01:58
Wat is de naam van het onderdeel in de luidspreker dat de lucht in trilling brengt?
A
Bonus
B
Tonus
C
Conus
D
Ronus

Slide 6 - Quiz

02:45
Wat bedoeling we met de trillingstijd van een toon?
A
de tijdsduur van één trilling
B
de tijdsduur van één hokje op de oscilloscoop
C
het aantal trillingen in één seconde
D
de frequentie van de toon

Slide 7 - Quiz

03:14
Wat is de frequentie van een toon?
A
De tijdsduur van één trilling
B
het aantal trillingen in één seconde
C
de tijdsduur van één volledig scherm van de oscilloscoop
D
het aantal trillingen in één milliseconde

Slide 8 - Quiz

03:36
Vergelijk de toon van de bel met de lage tonen van een basgitaar. Welke bewering is juist?
A
De bel heeft de hoogste frequentie en de langste trillingstijd
B
De basgitaar heeft de laagste frequentie en de langste trillingstijd
C
De bel heeft de laagste frequentie en de langste trillingstijd
D
de basgitaar heeft de hoogste frequentie en de langste trillingstijd

Slide 9 - Quiz

04:19
Wat hoor je aan een toon wanneer de amplitude groter wordt? Deze wordt......
A
hoger
B
harder
C
lager
D
zachter

Slide 10 - Quiz

04:19
Wat hoor je aan een toon wanneer de frequentie groter wordt? Deze wordt......
A
hoger
B
harder
C
lager
D
zachter

Slide 11 - Quiz

04:19
Wat hoor je aan een toon wanneer de trillingstijd groter wordt? Deze wordt......
A
hoger
B
harder
C
lager
D
zachter

Slide 12 - Quiz

07:25
Wat kun je zeggen over de tonen die horen bij deze twee verschillende beelden?
A
Ze zijn even hard
B
Ze hebben verschillende trillingstijd
C
Ze zijn even hoog
D
Niets

Slide 13 - Quiz

08:04
Hier is de amplitude gelijk maar de ........... is anders.
Vul in:
A
geluidssterkte
B
conus
C
frequentie
D
oscilloscoop

Slide 14 - Quiz

09:01
Welke bewering is juis?
A
frequentie heeft de eenheid seconde
B
frequentie heeft de eenheid Hertz
C
frequentie heeft de eenheid milliseconde
D
frequentie heeft de eenheid trillingstijd

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video