Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde

Lees onderstaande powerpoint nog even goed door voor we met de opdrachten beginnen.
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lees onderstaande powerpoint nog even goed door voor we met de opdrachten beginnen.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Beantwoord onderstaande vragen.

Slide 7 - Slide

Stel het onderwerp van de zinnen vast. 
Doet het onderwerp iets of is het onderwerp iets?

Slide 8 - Slide

Zal de coördinator vanwege het mooie weer op een ijsje trakteren?
A
Onderwerp doet iets
B
Onderwerp is iets

Slide 9 - Quiz

Afgelopen zaterdag is de uitverkoop een succes geweest.
A
Onderwerp doet iets
B
Onderwerp is iets

Slide 10 - Quiz

Sommige dingen blijven nu eenmaal voor altijd raadselachtig.
A
Onderwerp doet iets
B
Onderwerp is iets

Slide 11 - Quiz

Op plechtige wijze zal de voorzitter de medailles overhandigen.
A
Onderwerp doet iets
B
Onderwerp is iets

Slide 12 - Quiz

Wat voor werkwoord is het belangrijkste werkwoord in de zin?

Slide 13 - Slide

De directeur van het dancefestival heeft de bezoekers gewaarschuwd voor drugs.
A
ZWW
B
KWW

Slide 14 - Quiz

De directeur van de basisschool zou veel liever burgemeester worden.
A
ZWW
B
KWW

Slide 15 - Quiz

Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden.
A
ZWW
B
KWW

Slide 16 - Quiz

Hoe vaak worden daders op heterdaad betrapt door de politie?
A
ZWW
B
KWW

Slide 17 - Quiz

Tot verbijstering van de fans bleek de zangprestatie van de band schrikbarend.
A
ZWW
B
KWW

Slide 18 - Quiz

Ondanks de tegenvaller zou je niet zo chagrijnig moeten blijven.
A
ZWW
B
KWW

Slide 19 - Quiz

Mijn beste vriend is nog voor een paar weken in het zuiden van Frankrijk gebleven.
A
ZWW
B
KWW

Slide 20 - Quiz

In ons land mogen zowel mensen als dieren niet gekloond worden.
A
ZWW
B
KWW

Slide 21 - Quiz

Lasergamen binnen school zou echt weleens spannend kunnen zijn.
A
ZWW
B
KWW

Slide 22 - Quiz

Zijn jullie in de voorjaarsvakantie enkele dagen bij familie op Vlieland?
A
ZWW
B
KWW

Slide 23 - Quiz

Geef aan of de zin een WWG (werkwoordelijk gezegde) of NWG (naamwoordelijk gezegde) heeft.

Slide 24 - Slide

Eigenlijk is mijn wollen winterjas van vorig jaar veel te krap.
A
WWG
B
NWG

Slide 25 - Quiz

De verhalen van meesterschrijver Roald Dahl blijven verrassend leuk.
A
WWG
B
NWG

Slide 26 - Quiz

De zieke patiënt wordt door de verpleegster het allerbeste gegund.
A
WWG
B
NWG

Slide 27 - Quiz

Leek die buschauffeur niet erg nieuwsgierig?
A
WWG
B
NWG

Slide 28 - Quiz

Ongetwijfeld gaat deze maaltijd heel bijzonder worden voor de gasten.
A
WWG
B
NWG

Slide 29 - Quiz

Moest je lang wachten op de uitslag van het sollicitatiegesprek?
A
WWG
B
NWG

Slide 30 - Quiz

Op het laatste moment betraden de danseressen het podium.
A
WWG
B
NWG

Slide 31 - Quiz

Dat concert in het Sportpaleis blijkt erg goed te zijn.
A
WWG
B
NWG

Slide 32 - Quiz

Zij is de hele dag in bed blijven liggen.
A
WWG
B
NWG

Slide 33 - Quiz

Sinterklaas schijnt in Turkije geboren te zijn.
A
WWG
B
NWG

Slide 34 - Quiz

De invasie kon alleen gestopt worden door een tegenaanval.
A
WWG
B
NWG

Slide 35 - Quiz

Het water is gelukkig redelijk ondiep.
A
WWG
B
NWG

Slide 36 - Quiz

De parachutisten bleken toch in het water te verdrinken.
A
WWG
B
NWG

Slide 37 - Quiz

Ze konden hun uitrusting niet snel genoeg loskoppelen.
A
WWG
B
NWG

Slide 38 - Quiz

De mannen hadden met volle teugen genoten van het avondje uit.
A
WWG
B
NWG

Slide 39 - Quiz

De jongen van vakantie kwam mij erg bekend voor.
A
WWG
B
NWG

Slide 40 - Quiz