4V Grieks - 28 september 2020

4V Grieks
Week 40 / 5
28 september 2020
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

4V Grieks
Week 40 / 5
28 september 2020

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Bespreken huiswerk
    - Leren rijtjes hb blz. 114
    - Lezen tb blz. 94-96 en maken hb blz. 24-26 opdr. 1 t/m 6.
  • Afmaken Hades
  • Participium 

Slide 2 - Slide

Bespreken huiswerk
Opdracht 1
a. De onderwereld en de god van de onderwereld.
b. Zeus van de doden.
c. Iemand is ‘heengegaan’, ‘te ruste gelegd’, ‘ingeslapen’, enz.

Opdracht 2
a. Een doorzichtig, krachteloos wezen, dat nog leek op de overledene.
b. Gesluierde gestaltes; fladderende wezens in de ‘lucht’.
c. Bleke gezichten

Opdracht 3
De Erinyen; herkenbaar aan de slangen om hun hoofd, grauwe gewaden, gezichtsuitdrukking, het feit dat ze met z’n drieën zijn.

Slide 3 - Slide

Bespreken huiswerk
Opdracht 4
a. Zij wilde hem onkwetsbaar maken; daartoe dompelde ze hem onder in de Styx.
b. Kort en roemvol.
c. Hij zal spijt hebben gehad, want de onderwereld was volgens hem blijkbaar een nare plek.

Slide 4 - Slide

Bespreken huiswerk

Slide 5 - Slide

Bespreken huiswerk
Opdracht 6
a. Asphodelosweide (niet uitzonderlijk goed, niet slecht).
b. Tartaros (zij zijn misdadigers).
c. Elyseïsche velden (uitzonderlijke goed geleefd).
d. Asphodelosweide (niet uitzonderlijk goed, niet slecht).
e. Elyseïsche velden (heldendaad verricht).
f. Tartaros (een ernstige misdaad).

Slide 6 - Slide

Vul de juiste vorm in van βαδίζω:
Ἡ γυνὴ ________ οἰκάδε βαίνει.
A
βαδίζων
B
βαδίζουση
C
βαδίζουσα
D
βαδίζον

Slide 7 - Quiz

Vul de juiste vorm in van βαδίζω:
Οἱ ἄνθρωποι _________ οἰκάδε βαίνουσιν.
A
βαδίζοντοι
B
βαδίζοι
C
βαδίζοντες
D
βαδίζουσαι

Slide 8 - Quiz

Vul de juiste vorm in van βαδίζω:
Ἡ γυνὴ ὁρᾷ (zij ziet) τὸν ἄνθρωπον _________.
A
βαδίζοντον
B
βαδίζον
C
βαδίζουσα
D
βαδίζοντα

Slide 9 - Quiz

Vul de juiste vorm in van βαδίζω:
Ὁ ἄνθρωπος τῇ _______ γυναικὶ δῶρον παρέχει.
A
βαδίζουσῃ
B
βαδίζων
C
βαδίζουσᾳ
D
βαδίζουση

Slide 10 - Quiz

Vertaal:
Ἡ γυνὴ βαδίζουσα οἰκάδε βαίνει.

Slide 11 - Open question

Vertaal:
Οἱ ἄνθρωποι βαδίζοντες οἰκάδε βαίνουσιν.

Slide 12 - Open question

Vertaal:
Ἡ γυνὴ ὁρᾷ (zij ziet) τὸν ἄνθρωπον βαδίζοντα.

Slide 13 - Open question

Vertaal:
Ὁ ἄνθρωπος τῇ βαδίζουσῃ γυναικὶ δῶρον παρέχει.

Slide 14 - Open question

Huiswerk woensdag
  • Leren woorden les 27.
  • Maken hb blz. 115 ergon 7, 8 en 9.

Slide 15 - Slide