les 7 - Spelling nk opdr 2 en 3, uitleg 2.10 en 2.11 mk opdr 5 en 6

- Nakijken Spelling H2: opdracht 2 en 3

- Uitleg spelling bijv. nw. en hoofdlettergebruik

- Maken Spelling H2: opdracht 5 en 6

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

- Nakijken Spelling H2: opdracht 2 en 3

- Uitleg spelling bijv. nw. en hoofdlettergebruik

- Maken Spelling H2: opdracht 5 en 6

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

Spelling H2:

- Je kunt werkwoorden vervoegen, ook in zinnen met twee onderwerpen en twee gezegdes.

- Je kunt Engelse leenwerkwoorden vervoegen.

- Je kunt bijvoeglijk naamwoorden juist spellen.

- Je weet wanneer je hoofdletters en wanneer je kleine letters gebruikt.


Slide 2 - Slide

Spelling H2: opdr. 2 (blz. 80)
  1. ik blog - jij blogt - jij blogde - (wij hebben) geblogd
  2. ik tape - jij tapet - jij tapete - (wij hebben) getapet
  3. ik app - jij appt - jij appte - (wij hebben) geappt
  4. ik coach - jij coacht - jij coachte - (wij hebben) gecoacht
  5. ik flos - jij flost - jij floste - (wij hebben) geflost
  6. ik game - jij gamet - jij gamede - (wij hebben) gegamed
  7. ik upgrade - jij upgradet - jij upgradede - (wij hebben) geüpgraded

Slide 3 - Slide

Spelling H2: opdr. 3 (blz. 80)
  1. gescrubd (vdw)
  2. skatet (pv: ik-vorm + t)
  3. geskimd (vdw)
  4. downloadde (pv: ik-vorm + de), downloadt pv: ik-vorm + t)
  5. gehugd (vdw)
  6. fakete (pv: ik-vorm + te)
  7. datete (pv: ik-vorm + te)
  8. geluncht (vdw)

Slide 4 - Slide

Spelling H2: uitleg 2.10 en 2.11


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Vul in:
een ............ taart (marsepein)

Slide 7 - Open question

Vul in:
een ............ tasje (plastic)

Slide 8 - Open question

Vul in:
een ............ vaas (breken)

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?
's ochtends leest men op calvijn de bijbel.
A
'S, Men, Calvijn, Bijbel
B
'S, Calvijn, Bijbel
C
O, Calvijn, Bijbel
D
O, Calvijn

Slide 11 - Quiz

Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?
meneer van dalen maakt echte uggs.
A
Meneer, Dalen, Uggs
B
Meneer, Van, Dalen, Uggs
C
Meneer, Uggs
D
Meneer, Van, Uggs

Slide 12 - Quiz

Huiswerk

- Opdracht 5 en 6 van Spelling H2




Slide 13 - Slide