V5 AK 4.1 Natuur: klimaat en landschap

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Bolivia

Ook Bolivia

V5 AK 4.1 Natuur: klimaat en landschap

Lesdoel: 

Klimaatfactoren gebruiken om de verschillende klimaten en landschappen te verklaren in Zuid-Amerika

V5 AK 4.1 Natuur: klimaat en landschap

Startopdracht met de atlas: gebruik kaart 202 t/m 206

- Zoek op tussen welke breedtegraden Zuid-Amerika ligt

- Zoek op welke belangrijke gebergten of hoger gelegen gebieden er zijn

GB230

Animatie

GB228 en 229

Animatie

GB202 en 206

Mangrove en pampa's

In kustgebieden met een (sub)tropisch klimaat groeien onafhankelijk van de hoeveelheid neerslag in dat gebied mangrovebossen.

Pampa's in Patagonië.

Klimaten Zuid-Amerika

Nog 1 klimaat over: 

H = Hooggebergteklimaat

Maken opdracht 2, 3 en 5A, E en F

Verklaar

Verklaar het verschil tussen A (BW) en F (Af) met behulp van de klimaatfactoren: 

- Geografische breedteligging (en lucht- en zeestromen) 

-  Gebergte en hoogteligging

 

Verklaar het verschil tussen A (BW) en F (Af).

Antwoord

Overheersende windrichting (zuidoostpassaat) zorgt voor veel regen aan de oostkust van het continent. De westkant van de Andes is de lijzijde.

Leg met behulp van de geografische breedteligging uit waardoor Puerto Aysen een Cf-klimaat heeft.

Beredeneer aan de hand van het klimaat van Comodoro Rivadavia welk type vegetatie er voorkomt.

In Puerto Aysen valt meer dan tien keer zoveel neerslag dan in Comodoro Rivadavia.
Geef twee verklaringen voor de lage neerslag in Comodoro Rivadavia.

En dan verandert alles...

El Nino

Eens in de twee tot acht jaar vindt een El Niño plaats.
Beredeneer welke invloed een El Niño op de neerslag in Peru heeft.

De ITCZ is een van de klimaatfactoren die veel invloed heeft op de Braziliaanse klimaten.
Leg uit wat de invloed van de zon is op de verplaatsing van de ITCZ.