Les 7 Toets (OPENBAAR) Beco hoofdstuk 18 t/m 23

NV Bora heeft een maatschappelijk aandelenvermogen van € 2.000.000 verdeeld in 400.000 aandelen. 60% van de aandelen is geplaatst tegen een koers van 6,-.
De agioreserve bedraagt
A
€ 1,-
B
€ 1.440.000,-
C
€ 5,-
D
€ 240.000
1 / 26
next
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

NV Bora heeft een maatschappelijk aandelenvermogen van € 2.000.000 verdeeld in 400.000 aandelen. 60% van de aandelen is geplaatst tegen een koers van 6,-.
De agioreserve bedraagt
A
€ 1,-
B
€ 1.440.000,-
C
€ 5,-
D
€ 240.000

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Een converteerbare obligatie is:
A
Een obligatie met hoge rente
B
Een obligatie met stemrecht
C
Een obligatie die omwisselbaar is in aandelen
D
Een obligatie die halverwege de looptijd afgelost kan worden.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Er wordt een 4% obligatie uitgegeven van € 1.000,-
De marktrente is 3%
Voor hoeveel zou jij de obligatie bereid zijn te kopen?
A
€ 980,-
B
€ 1.000,-
C
€ 1.020,-

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

AANDEEL
OBLIGATIE
eigendomsbewijs van een nv
geen stemrecht
relatief lage, maar vaste beloning
permanent vermogen
beloning is afhankelijk van de winst

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

hoog
hoog
laag
risico
rendement
aandeel Unilever
obligatie bedrijf
obligatie overheid
sparen
aandeel
Startup

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Een hypothecaire lening is te verkrijgen op de ...
A
geldmarkt
B
kapitaalmarkt

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Je bestelt online schoenen bij Zalando a € 100,-. Ze zullen over 2 dagen bezorgd worden. Er is sprake van leverancierskrediet / afnemerskrediet. Voor Zalando is deze € 100,- een activa / passiva
A
Leverancierskrediet Activa
B
Leverancierskrediet Passiva
C
Afnemerskrediet Activa
D
Afnemerskrediet Passiva

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Jij ontvangt als onderneming afnemerskrediet. Welke post ontstaat er?
A
Debiteuren
B
Vooruitbetaalde bedragen
C
Crediteuren
D
Vooruitontvangen bedragen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Als de rente op de kapitaalmarkt (spaarrente) daalt, dan:
A
blijft de beurskoers van obligaties gelijk.
B
daalt de beurskoers van obligaties
C
stijgt de beurskoers van obligaties.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN strategie volgens Porter?
A
Focusstrategie
B
Cost leadership strategy
C
Differentiation strategy
D
Productleadership strategy

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De Aldi heeft relatief weinig personeel tov AH. Welke strategie van Porter wordt hier gehanteerd?
A
Stuck in the middle
B
Differentiatie
C
Kostenleiderschap
D
Focus

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Lang vreemd vermogen
Kort vreemd vermogen
Hypothecaire lening
Obligatielening
Leverancierskrediet
Onderhandse lening
Afnemerskrediet
Converteerbare obligatielening

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Je hebt een dakdekkersbedrijf en krijgt dakpannen geleverd. Pas over drie maanden hoeven deze te worden betaald.
Van welk soort krediet is hier sprake?
A
Consumptief leverancierskrediet
B
Productief leverancierskrediet
C
Consumptief afnemerskrediet
D
Productief afnemerskrediet

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de vijf krachten uit het model van Porter?
A
Innovatie, creativiteit, efficiëntie, effectiviteit
B
Prijs, promotie, plaats, product
C
Bedreiging van nieuwe toetreders, onderhandelingsmacht van leveranciers, onderhandelingsmacht van afnemers, bedreiging van substituten, rivaliteit tussen bestaande concurrenten
D
Kosten, kwaliteit, snelheid, flexibiliteit

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Niau NV heeft een 3,5% converteerbare obligatielening uitstaan. De conversievoorwaarden zijn: 8 obligaties (nominaal €40) met bijbetaling van €250 levert 5 aandelen (nominaal €100) op. De obligatiehouder wacht tot de beurskoers van één aandeel €130. Bereken het voor- of nadeel van 8 obligaties
A
€16
B
€30
C
€80
D
€8

Slide 15 - Quiz

€114 * 5 - €130 * 5 = €80
Maatschappelijk aandelenkapitaal is 1.000.000 en geplaatste aandelenkapitaal is 500.000.
Er worden nieuwe aandelen geëmitteerd (uitgegeven) namelijk 10.000 stuks voor 15 euro. Hoeveel geld ontvangt het bedrijf?
A
150.000 euro
B
100.000 euro
C
500.000 euro
D
50.000 euro

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel cash dividend kan er worden uitgekeerd?
A
€500
B
€250
C
€1.000
D
€750

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel stock dividend kan er worden uitgekeerd?
In aandelen.
A
25 aandelen
B
50 aandelen
C
10 aandelen
D
100 aandelen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Het maatschappelijke aandelenkapitaal is €1.000.000. Het geplaatst aandelenvermogen is €600.000. Hoeveel aandelen zijn er in portefeuille als een aandeel nominaal €10 is?
A
400.000 aandelen
B
40.000 aandelen
C
100.000 aandelen
D
60.000 aandelen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet het uitgeven van aandelen door een bedrijf?
A
Koersen
B
Emitteren
C
Garanderen
D
Dividend

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Een NV plaatst €1.000.000 nominaal tegen een koers van €14 per aandeel van €10 nominaal. Hoeveel neemt het geplaatste aandelenkapitaal toe?
A
€1.400.000
B
€400.000
C
€1.000.000
D
€40.000

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen onderdeel van het eigen vermogen
A
Geplaatst aandelenkapitaal
B
Onverdeelde winst
C
Maatschappelijke aandelenkapitaal
D
Herwaarderingsreserve

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Een NV plaatst €1.000.000 nominaal tegen een koers van €14 per aandeel van €10 nominaal. Hoeveel neemt de agioreserve toe?
A
€100.000
B
€400.000
C
€4.000
D
€1.400.000

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

De vaste activa van een onderneming stijgt in waarde. hierdoor ontstaat:
A
Winstreserve
B
Agioreserve
C
Herwaarderingsreserve

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

De intrinsieke waarde van deze NV is:
A
€3.600.000
B
€4.896.000
C
€4.200.000
D
€4.600.000

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Het eigen vermogen van een NV bestaat uit:
A
winst, reserves en aandelen in portefeuille
B
reserves, geplaatst aandelenvermogen en debiteuren
C
winst, reserves en geplaatst aandelen vermogen
D
debiteuren, aandelen in portefeuille en debiteuren

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions