Woordenschat
1 / 13
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
de aard, wat iets of iemand anders maakt dan anderen
A
variëteit
B
verwijzing
C
eigenschap
D
karakter
Slide 3 - Quiz
Naar boven komen
A
geen pas geven
B
verleiden
C
opborrelen
D
fabriceren
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Iets opleveren
A
de moeite lonen
B
de balans opmaken
C
claimen
D
op poten zetten
Slide 6 - Quiz
de overgave, de kalmte
A
de partij
B
ruw
C
op de bonnefooi
D
de berusting
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
groter worden
A
in het leven roepen
B
uitdijen
C
de gemoederen bezig houden
D
een vlucht nemen
Slide 9 - Quiz
wat er meer is dan nodig
A
het overschot
B
de sector
C
de gemeenschap
D
het uitgangspunt
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
de kosten, de financiële verplichtingen
A
het vermogen
B
de winst
C
de lobby
D
de lasten
Slide 12 - Quiz
als eerste gaan verkopen
A
ergens geen doekjes omwinden
B
op de markt brengen
C
winst behalen
D
afdragen
