2.4

Kustvormen
Start LessonUp op een 2e scherm (net als vorige week)
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kustvormen
Start LessonUp op een 2e scherm (net als vorige week)

Slide 1 - Slide

Programma / lesdoel
Herhaling vorige week
Het vormen van kusten
'het weerbericht' 
Vragen?

Slide 2 - Slide

Wat is de juiste volgorde?
A
Neerslag in ijstijd -> sneeuw -> firn -> firnbekken -> begin gletsjer
B
Neerslag in ijstijd -> sneeuw -> begin gletsjer -> firn -> firnbekken
C
Firnbekken -> Neerslag in ijstijd -> sneeuw -> begin gletsjer -> firn

Slide 3 - Quiz

De bovenloop van de Rijn ligt vooral in ...............  en de ...................
De middenloop van de Rijn ligt in ......................... daar gaat de Rijn al ......................
De benedenloop van de Rijn ligt in het ...................... van 
..................... Daar gaat de Rijn zich .....................    en mondt uit als ..................  in de Noordzee.
Antwoorden: 
vertakken
Zwitserland 
Nederland
Duitsland 
laagland 
meanderen
Alpen
Delta

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide

De kracht achter kustvormen: golven
Golven breken kusten af of bouwen kusten op.

De hoogte en kracht van een golf hangen af van:
1. De kracht van de wind
2. De tijd dat de wind waait
3. De afstand die de golven hebben afgelegd

Slide 6 - Slide

Vlak voor de kust slaan golven over de kop door weerstand zeebodem-> branding.  Kracht van nr. 7 bepaalt soort kust.

Slide 7 - Slide

Wat voor kust zou Nederland hebben? Aanslibbings- of afbraakkust?
A
Aanslibbingskust
B
Afbraakkust

Slide 8 - Quiz

Zwakke terugstroom=aanslibbingskust
Zwakke terugstroom bij een aanslibbingskust neemt minder zand mee dan het afzet-> De kust groeit aan.

Nederland heeft aanslibbingskust:
Afgezet zand vormt strandwallen en via de wind kustduinen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Sterke terugstroom=afbraakkust
Zwakke terugstroom bij een afbraakkust neemt meer gesteente mee dan het afzet --> erosie --> de kust breekt af.

Bekend voorbeeld afbraakkust -> Klifkusten Verenigd Koningkrijk -> bestaat uit hard en zacht gesteente

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

'het weerbericht'

Slide 18 - Slide

De afgelopen tijd hebben we in Nederland overwegend te maken gehad met een:
A
Hoge drukgebied, want het waaide hard
B
Lage drukgebied, want het waaide hard
C
Hoge drukgebied, want het was helder
D
Lage drukgebied, want het was helder

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Winterstromen 2013-2014
De lagedrukgebieden ontstaan in grensgebieden van warme en koude lucht 
--> in de hergst grootste verschillen in temperatuur
--> grootste luchtdrukverschillen
--> storm
--> De zee wordt nauwer en ondieper dus de golven hoger

Slide 22 - Slide

Terugblik tot nu toe
Van de bergen naar de zee. 
2.1 vorming van bergen
2.2 Gletsjer in de berge
2.3 de loop van een rivier
2.4 de kusten van de zeeen

Na de vakantie: 
2.5 toepassen van de processen op het karstenlandschap

Slide 23 - Slide

Vragen?

Slide 24 - Slide