auditieve analyse en auditieve synthese 2

• Alfabetisering NT2
• Basisschool
• Groep 2

praten en luisteren

Welk woord hoor je?

b/oo/m                   m/e/s

v/o/g/e/l                 t/a/f/e/l

Hak de woorden:

kat

olifant

rond

vlinder

geld

Welk woord hoor je?

1. fatel
2. tafel

tafel

Welk woord hoor je?

1. boom
2. boos

boom

Welk woord hoor je?

1. vlinder
2. valinder

Welk woord hoor je?

1. olifant
2. olieverf

olifant

Welk woord hoor je?

1. geeft
2. geld

geld

Welk woord hoor je?

1. mogen
2. vogel

vogel

Welk verschil hoor je?

boom - boon 

best - beste

keuken - koken

brood - boord 

zak - pak

drop - dorp

hak - hok

Welk verschil hoor je?

1. aa - ee
2. r en m omgedraaid

raam - maar

Welk verschil hoor je?

1. t en te
2. b en p

best - beste

Welk verschil hoor je?

1. o - a
2. o - oe

koken - koeken

Welk verschil hoor je?

1. aa- oo
2. b - p

baard - paard

Welk verschil hoor je?

1. a - i
2. t en p

dat dit

Welk verschil hoor je?

1. oo- aa
2. h - b

hoor haar

Hoeveel woorden hoor je?

Wij zitten in de klas.

5 woorden

Morgenavond gaan wij naar de bioscoop.

6 woorden

Hoeveel woorden hoor je?

1. 4
2. 6

Het is bijna vakantie.

Hoeveel woorden hoor je?

1. 6
2. 8

De auto rijdt op de weg.

Hoeveel woorden hoor je?

1. 5
2. 7

Het meisje drinkt uit een blauw glas.

Hoeveel woorden hoor je?

1. 8
2. 10

De jongen haalt ijsjes uit de supermarkt in het dorp.