Oefenen thema ecologie en duurzaamheid 22-23

Oefentoets T5 en T6
Thema Ecologie en duurzaamheid
Ga naar:www.lessonUp.nl
Voer de code in.

1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefentoets T5 en T6
Thema Ecologie en duurzaamheid
Ga naar:www.lessonUp.nl
Voer de code in.

Slide 1 - Slide

Welk van onderstaande factoren zijn abiotisch?
A
Ziekteverwekkers
B
Een storm
C
Een warme temperatuur
D
Het kappen van bossen door mensen

Slide 2 - Quiz

Onder welk niveau valt een school vissen?
A
Ecosysteem
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Individu

Slide 3 - Quiz

Welke stoffen worden er gemaakt bij fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
zuurstof
B
glucose (suiker)
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 4 - Quiz

Wat heb je nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
zuurstof
B
licht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 5 - Quiz

Kan fotosynthese plaatsvinden in het donker?
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 6 - Quiz

In het donker is er meer
verbranding dan fotosynthese
Wat ademt de plant dan
vooral uit?
A
O2 (zuurstof)
B
CO2 (koolstofdioxide)

Slide 7 - Quiz

Waar of niet waar?
De verbranding vindt bij planten alleen plaats in het donker
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Welk dier eet de meeste andere organismen?
A
Vos
B
Muis
C
Uil
D
Slang

Slide 9 - Quiz

Noem een biotische factor

Slide 10 - Open question

Hoe worden de verschillende organismen in een voedselketen genoemd?
A
Segmenten
B
Schakels

Slide 11 - Quiz

Wat is een populatie?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Door welke factoren wordt de olifant beïnvloed?

Slide 14 - Open question

Noteer van klein naar groot:
Ecosysteem, individu, leefgemeenschap, populatie

Slide 15 - Open question

Met welke abiotische factoren heeft een ijsbeer te maken?

Slide 16 - Open question

Wat is een andere naam voor hoefganger?
A
teenganger
B
topganger
C
zoolganger

Slide 17 - Quiz

Een voorbeeld van een zoolganger is een
A
mens
B
paard
C
olifant
D
hond

Slide 18 - Quiz

Wie zijn reducenten
A
Planten en dieren
B
Dieren en schimmels
C
Schimmels en Planten
D
Bacteriën en Schimmels

Slide 19 - Quiz

Wat zijn Producenten?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 20 - Quiz

Wat is een levensgemeenschap?

Slide 21 - Open question

Geef een voorbeeld van een ecosysteem

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Video

Wat is het broeikaseffect?
A
Een proces waarbij de atmosfeer afkoelt
B
Het vasthouden van warmte door de atmosfeer
C
Een natuurlijk proces dat warmte vasthoudt
D
Een proces dat alleen in de winter plaatsvindt

Slide 24 - Quiz

Oefentoets T5 en T6
Thema Ecologie en duurzaamheid
Ga naar:www.lessonUp.nl
Voer de code in.

Slide 25 - Slide


Het versterkt broeikaseffect is een groot probleem.
Welke stof veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?

A
koolstofmono-oxide
B
stikstofdioxide
C
koolstofdioxide
D
zwaveldioxide

Slide 26 - Quiz

Wat is geen fossiele brandstof?
A
Steenkool
B
Aardgas
C
Waterkracht
D
Aardolie

Slide 27 - Quiz

Waterkracht is:
A
Grijze energie
B
Groene energie
C
Blauwe energie

Slide 28 - Quiz

Twee energiebronnen zijn kernenergie en waterkracht. Welke hiervan is/zijn duurzaam?
A
kernenergie
B
waterkracht
C
geen van beide
D
allebei

Slide 29 - Quiz

Welke duurzame energiebron zie je hier?
A
Kernenergie
B
Waterkracht
C
Zonne-energie
D
Windenergie

Slide 30 - Quiz

Zeedieren gaan dood door de ‘plasticsoep’.

Welke soorten materialen veroorzaken plasticsoep?

A
Chemisch afval, zoals cadmium en kwik.
B
Kunststof afval, zoals sportdrankflesjes en yoghurtbekers.
C
Organisch afval, zoals uitwerpselen en etensresten.

Slide 31 - Quiz

Wat is bodemsanering?
A
Het schoonmaken van vervuilde grond
B
Het aanleggen van riolering in de grond
C
Het dumpen van vervuilde grond
D
Het bebouwen van de grond

Slide 32 - Quiz

Wat is resistentie?
A
individuen overleiden aan pesticiden
B
individuen worden ongevoelig v pesticiden
C
De individuen worden ziek van de pesticiden

Slide 33 - Quiz

Wat is geen vorm van milieuvervuiling?
A
Luchtvervuiling
B
Watervervuiling
C
Bodemsanering
D
Bodemvervuiling

Slide 34 - Quiz


Wat voor soort afval is dit?
A
Papier
B
PMD (plastic metaal en drankkartons)
C
Rest
D
KCA (klein chemisch afval)

Slide 35 - Quiz

Wat voor een soort afval is plastic?
A
biologisch afval
B
niet-biologisch afval

Slide 36 - Quiz


Wat voor soort afval is dit?
A
GFT
B
PMD
C
KCA
D
Rest

Slide 37 - Quiz


Wat voor soort afval is dit?
A
GFT
B
PMD
C
KCA
D
Rest

Slide 38 - Quiz

Welke vorm van duurzame voedselproductie past bij het plaatje?
A
Precisielandbouw
B
Verticale landbouw
C
Biologische landbouw
D
Kringlooplandbouw

Slide 39 - Quiz

Vervuiling =
A
Grondstoffen uit het milieu halen
B
Grondstoffen aan het milieu toevoegen
C
Afvalstoffen uit het milieu halen
D
Afvalstoffen aan het milieu toevoegen

Slide 40 - Quiz

Aan het werk!
Ga naar de methode: Biologie voor jouw
Maken: examenopgaven Thema 
Maken: examenopgave Thema 6 
Klaar? www.biologiepagina.nl 

Slide 41 - Slide