P68 22VZ Het urinewegstelsel 3

Het urinewegstelsel 3
P68 22VZA
hoofdstuk 7
1 / 38
next
Slide 1: Slide
AFPMBOStudiejaar 2

This lesson contains 38 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Het urinewegstelsel 3
P68 22VZA
hoofdstuk 7

Slide 1 - Slide

7.3 Urineweginfecties

Slide 2 - Slide

7.3 urineweginfecties
Oorzaken van een UWI zijn...
  • een korte urinebuis (V)
  • slechte hygiëne
  • tekort drinken
  • te lang urine ophouden
  • blaaskatheter hebben
  • in de overgang zijn
  • seks hebben

Slide 3 - Slide

7.3.1 blaasontsteking
Bij een blaasontsteking is het slijmvlies van de blaas ontstoken...
  • komt vaker bij vrouwen voor
  • komt door een bacterie (colibacterie, chlamydia)

Slide 4 - Slide

7.3.1 blaasontsteking
Klachten bij blaasontsteking zijn...
  • donkere, troebele urine
  • bloed bij de urine
  • buikpijn
  • pijn bij het plassen
  • stinkende urine
  • vaak beetjes plassen
  • pijn bij het vrijen
  • moe

Slide 5 - Slide

7.3.2 nierbekkenontsteking
Bij een nierbekkenontsteking is het slijmvlies van het nierbekken ontstoken...
  • de ziekteverwekker is het gelukt om het nierbekken te bereiken
  • klachten zijn als van blaasontsteking, maar dan erger
  • aangevuld met...

Slide 6 - Slide

7.3.2 nierbekkenontsteking
  • koorts
  • koude rillingen, zweten
  • misselijk, braken
  • pijn in de rug of zij

Slide 7 - Slide

7.3.3 prostaatontsteking
Als de prostaat ontstoken is (M), zal deze opzwellen...
  • komt voor als complicatie van een blaasontsteking
  • de zwelling drukt de urinebuis dicht

Slide 8 - Slide

7.3.3 prostaatontsteking
Klachten van een prostaat ontsteking zijn...
  • zwakke straal plassen
  • pijn bij het plassen, vaak plassen
  • buikpijn of pijn in de liezen
  • koorts, koude rilling en zweten

Slide 9 - Slide

7.4 Urine-incontinentie

Slide 10 - Slide

7.4.1
inspanningsincontinentie
Door stress (inspanning) druppelt er urine uit de plasbuis...
  • bij niezen, hoesten, persen, lachen of druk op het bekken (zwangerschap)
  • oorzaak is een slappe bekkenbodem
  • behandeling: bekkenbodem training

Slide 11 - Slide

7.4.2
aandrangincontinentie
Door aandrang (urge) druppelt er urine (bij halflege blaas) of stroomt er urine (bij volle blaas) uit de plasbuis...
  • oorzaak is een onwillekeurig samentrekkende blaasspier (ook al is de blaas niet vol)
  • alcohol, cafeïne en zoetigheid spelen een rol

Slide 12 - Slide

7.4.2
aandrangincontinentie
  • behandeling: verbeteren leefstijl, bekkenbodem training

Slide 13 - Slide

7.4.3
overige vormen
  • overloop incontinentie (de blaas leegt niet)
  • reflex incontinentie (zenuwen prikkelen de blaasspier niet, zoals bij CVA of dwarslaesie)

Slide 14 - Slide

7.5 Obstructies in de urinewegen

Slide 15 - Slide

7.5.1 prostaatvergroting
Een vergrote prostaat kan leiden tot afsluiting van de urineweg...
  • zwakke straal plassen
  • pijn bij het plassen, vaak plassen
  • buikpijn of pijn in de liezen
  • achterblijven van urine in de blaas

Slide 16 - Slide

7.5.2 nierstenen
Nierstenen ontstaan door kristal vorming in de urine, oorzaken zijn...
  • door zout te eten
  • door te weinig te drinken
  • veel blaasontsteking hebben

Slide 17 - Slide

7.5.2 nierstenen
Klachten zijn...
  • geen, bij klein steentje
  • pijn, als de steen groter is
  • koliekpijn, als de steen de doorgang verstopt
  • koorts, braken

Slide 18 - Slide

7.5.2 nierstenen
Bij grote stenen bestaat de behandeling uit het vergruizen van de steen (in het ziekenhuis).

Extracorporeal Shock Wave Lithotripsy (ESWL)

Slide 19 - Slide

7.6 Functiestoornissen van de urinewegen

Slide 20 - Slide

7.6.1 reflux
Urine dat de nier instroomt...
  • door een blaas- of urinesteen kan de urine niet weg en stroomt terug, de nier weer in
  • door overvulling gaan de urineleiders stuk
  • bacteriën kunnen zo makkelijk in de nieren komen

Slide 21 - Slide

7.6.2 urineretentie
Urine dat na het plassen in de blaas achterblijft, dit heet urineretentie, dit komt door...
  • een verstopping
  • een infectie
  • een storing in de blaasspier functie

Slide 22 - Slide

7.6.3 nierfalen
De nieren filteren het bloed. Door nierschade raakt dit verstoord, oorzaken zijn...
  • hoge bloeddruk
  • aderverkalking, trombose
  • suikerziekte
  • leeftijd
  • medicijngebruik

Slide 23 - Slide

7.6.3 nierfalen
Bij nierfalen gaat de functie zo hard achteruit dat levensbedreigende klachten ontstaan...

Slide 24 - Slide

7.6.3 nierfalen
1 afvalstoffen kunnen niet weg...
  • vermoeidheid
  • jeuk en huiduitslag
  • minder urine maken (plassen)
  • vochtophoping (oedeem)
  • hoofdpijn, verward, suf

Slide 25 - Slide

7.6.3 nierfalen
2 een verstoorde zoutbalans...
  • hoge bloeddruk

Slide 26 - Slide

7.6.3 nierfalen
3 minder aanmaak rode bloedcellen...
  • bloedarmoede, vermoeid
  • bleke huidskleur

Slide 27 - Slide

7.6.3 nierfalen
4 een verstoorde kalk opslag in botten...
  • zwakke botten, spontane botbreuken

Slide 28 - Slide

7.6.3 nierfalen
5 nierschade beïnvloedt het brein, waardoor...
  • misselijk, braken
  • geen eetlust hebben
  • afvallen
  • suf, flauwvallen en coma

Slide 29 - Slide

7.6.3 nierfalen
eiwitten en andere nuttige stoffen verdwijnen in de urine, omdat de filters stuk zijn...
  • troebele urine
  • bloed in de urine

Slide 30 - Slide

7.6.3 nierfalen
Nierpatiënten hebben daarom...
  • een  eiwitbeperkt dieet
  • een vochtbeperkt dieet
  • een zoutbeperkt dieet

Slide 31 - Slide

7.6.3 nierfalen
Nierpatiënten hebben daarom medicijnen, die...
  • de bloeddruk verlagen
  • vitamine D activeren
  • de aanmaak van rode bloedcellen stimuleren
  • het ijzer gehalte ophogen

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

7.6.3 nierfalen
Nierdialyse kan op twee manieren...
  • hemodialyse (bloed wordt door een machine -een kunstnier- gefilterd)
  • buikdialyse (bloed wordt door het buikvlies gefilterd)

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

7.6.3 nierfalen
Bij een niertransplantatie vervangt een donornier de ziek nier, de nazorg richt zich op...
  • nabloedingen
  • infecties
  • afstoting

Slide 37 - Slide

7.6.3 nierfalen
Lees de pdf van de Nierstichting (Nierschade & Nierfalen)

  1. noteer de high lights op van het artikel
  2. wat zegt de GFR over de nierfunctie?
  3. zou jij nierdonor willen zijn?

Slide 38 - Slide