Les 4 & 5 opdracht 1-2.1

Communicator en organisator

Semester 2

1 / 31
next
Slide 1: Slide
COMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Communicator en organisator

Semester 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
Wat gaan we doen vandaag?
  • Terugblik vorige les 
  • Lesdoelen bespreken
  • Uitleg weerstand en motivatie
  • Opdracht gesprekstechnieken
  • Gesprekken oefenen 


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Agenda punten
NIEUWE DEADLINE!!!
Volgende week  (31-03)--> Mindmap presenteren
Week erop (7-04) --> Vaardigheidstoets

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Terugblik vorige les
Verschillende gesprekken:
  • Tweegesprek 
  • Groepsgesprek

Aandachtspunten:
  • Voorbereiding
  • Uitvoering
  • Afsluiting

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waarom is een goede afsluiting van een gesprek belangrijk?

Slide 5 - Open question

Verbaal/non-verbaal
Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je...
  • wat helpende, informatieve, probleemoplossende en slechtnieuwsgesprekken zijn en hoe deze vormgegeven worden.
  • wat weerstand in een gesprek is en hoe je dit kunt verkennen.
  • hoe je de motivatie van een cliënt d.m.v. een gesprek kunt vergroten. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Weerstand in gesprekken

Gesprekken kunnen tot weerstand leiden.
Wat is weerstand?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Weerstand in gesprekken

Gesprekken kunnen tot weerstand leiden.
Wat is weerstand?
Verzet dat iemand toont om zich te beschermen tegen een verandering of om de eigen belangen te verdedigen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Weerstand in gesprekken

Gesprekken kunnen tot weerstand leiden.
Wat is weerstand?
Verzet dat iemand toont om zich te beschermen tegen een verandering of om de eigen belangen te verdedigen
Kan weerstand bij iedere gespreksvorm voorkomen?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Weerstand in gesprekken

Gesprekken kunnen tot weerstand leiden.
Wat is weerstand?
Verzet dat iemand toont om zich te beschermen tegen een verandering of om de eigen belangen te verdedigen
Kan weerstand bij iedere gespreksvorm voorkomen?
Ja, maar vooral bij gesprekken die verandering als doel hebben

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan iemand weerstand bieden in een gesprek?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan iemand weerstand bieden in een gesprek?
Voorbeelden: weerstand bij cliënten
  • ‘Ik weet niet of ik dat wel kan.’
  • ‘Jij hebt makkelijk praten, je weet niet hoe moeilijk het is.’
  • ‘Wat moet ik daar dan wel niet allemaal voor laten?’

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Ja maar = Nee omdat
Alle uitspraken die voortkomen uit weerstand zijn in feite ‘ja maar’ reacties
Soms zegt een cliënt ook letterlijk: ‘Ja maar…’, andere keren kun je de ‘ja maar’ er zelf bij bedenken. 

Weerstand niet zo snel mogelijk oplossen zodat je weer door kan, maar geef het tijd, er is een reden dat iemand weerstand geeft.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Weerstands- en veranderingskrachten verkennen
Wanneer een cliënt weerstand heeft, is het belangrijk dat je als beroepskracht zowel de weerstandskrachten als veranderingskrachten boven tafel krijgt. 
Hoe doe je dit?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hoe doe je dit?
Door actief te luisteren naar je cliënt. 
Of 
Je kunt ook samen de argumenten voor de verandering en de argumenten tegen de verandering op een rij zetten.
Hierdoor krijg je meer inzicht op het daadwerkelijke probleem.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Motivatie van de cliënt vergroten
Als duidelijk is wat het precieze probleem is, kun je beoordelen of het nodig is de motivatie van de cliënt te vergroten.
Bij motivatie gaat het om een combinatie van willen, kunnen en er klaar voor zijn.
De cliënt moet willen veranderen, moet het kunnen en het moet het juiste moment zijn.
Hoe meer de cliënt gemotiveerd is, des te groter is de kans dat hij zijn gedrag verandert of zijn probleem aanpakt. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Motivatie van de cliënt vergroten
Vaak wil de cliënt bepaalde stappen wel zetten, al is het maar om van het gezeur af te zijn, maar het gaat erom dat de cliënt ook echt aan de slag wil gaan met wat het échte probleem bij hem is – verslaving bijvoorbeeld.

Als beroepskracht kun je invloed uitoefenen op de motivatie van de cliënt.
Er is een zelfs een specifieke gesprekstechniek die zich daarop richt: motiverende gespreksvoering.
Pas als de cliënt gemotiveerd is, heeft het zin doelen vast te stellen en een plan van aanpak op te stellen.
Als beroepskracht moet je dus het tempo van de cliënt te respecteren.
Wil de cliënt dat voorlopig alles bij het oude blijft, dan is dat zijn keuze.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Opdracht
4 groepen
Ieder groepje maakt een presentatie over een gespreksvorm en presenteer dit aan de klas. 

30 min tijd

Gespreksvormen:
  1. Informatief gesprek
  2. Helpend gesprek 
  3. Probleemoplossend gesprek 
  4. Slechtnieuws gesprek

In de presentatie behandel je minimaal de volgende punten:
1. Wat houdt de gespreksvorm in? 
2. Wat is het doel van het gesprek? 
3. De opbouw / fases van het gesprek
4. Aandachtspunten die horen bij de gespreksvorm
5. Veel voorkomende valkuilen
6. Bij wat voor soort gesprekken zou je deze gesprekstechniek kunnen toepassen?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Presentaties

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag met je mindmap
5. Om goed in gesprek te kunnen gaan met de zorgvrager verdiep je jezelf in het ziektebeeld van de zorgvrager. Wat houdt het ziektebeeld in en wat betekent dat voor de wijze van communiceren? Om dat goed in kaart te brengen ga je op onderzoek uit. Je bevindingen verwerk je in een mindmap. Een mindmap is geen woordspin. Onderstaande items moeten zichtbaar zijn in de mindmap. Zie bijlage 1: mindmap
• Zoek informatie op over de kenmerken van zorgvrager en wat dit betekent voor het gesprek. Waar moet jij op letten tijdens het gesprek?
• Onderzoek welke gesprekstechnieken passend zijn bij de doelstelling van het gesprek en welke bij jou passen en waarom.

4 Claire situaties 
1.  Claire met een licht verstandelijke beperking
2. Claire heeft dementie fase 2
3. Claire is slechthorend + veel gebarentaal
4. Claire is een vluchteling en mist haar familie
5. Claire aan de drugs. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Volgende week
  • Presentaties mindmap 
  • Uitleg opdracht 1-2.3
  • Tweetallen maken
  • Gesprekken oefenen gebruikmakend van bijlage 2 & 3 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Maak je mindmap af en bereid deze voor om te presenteren. 
GEEN MINDMAP = GEEN TOETS = HERKANSING!

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Tot volgende week!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
4 groepen
Ieder groepje maakt een presentatie over een gespreksvorm en presenteer dit aan de klas. 

45 min tijd

Gespreksvormen:
  1. Informatief gesprek
  2. Helpend gesprek 
  3. Probleemoplossend gesprek 
  4. Slechtnieuws gesprek

In de presentatie behandel je minimaal de volgende punten:
1. Wat houdt de gespreksvorm in? 
2. Wat is het doel van het gesprek? 
3. De opbouw / fases van het gesprek
4. Aandachtspunten die horen bij de gespreksvorm
5. Veel voorkomende valkuilen
6. Bij wat voor een soort gesprekken zou je deze gesprekstechniek kunnen toepassen?
7. Hoe kun je weerstand in het gesprek verhelpen ?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Oefenen gesprekken 
Zoals beschreven in de semesterwijzer bij punt 5.
Denk aan bijlagen 2, 3 en 4!

Slide 31 - Slide

This item has no instructions