Herhaling: Grammatica zinsdelen t/m bwb

Vandaag
  • Heb je de kennis over grammatica zinsdelen herhaald en ken je:
    persoonsvorm, zinsdelen, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag
  • Heb je de kennis over grammatica zinsdelen herhaald en ken je:
    persoonsvorm, zinsdelen, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling

Slide 1 - Slide

Persoonsvorm
  • De persoonsvorm vind je door de zin van tijd te veranderen. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
  • De persoonsvorm is een zinsdeel. Voor de persoonsvorm kan maximaal 1 zinsdeel staan. De persoonsvorm kan ook aan het begin van de zin staan; dan staat er dus geen zinsdeel voor. 

Slide 2 - Slide

Zinsdelen
Een zin verdeel je volgens een aantal stappen in zinsdelen:
1. De persoonsvorm is 1 zinsdeel
2. Alles wat voor de persoonsvorm staat vormt 1 zinsdeel
3. Alle andere werkwoorden in de zin vormen samen 1 zinsdeel
4. Alle woorden die samen voor de persoonsvorm zouden kunnen staan, vormen samen 1 zinsdeel. 

Slide 3 - Slide

wwg
Alle werkwoorden in de zin.

Slide 4 - Slide

Onderwerp
Het onderwerp van de zin vind je door antwoord te geven op de vraag: wie/wat + pv? 

De persoonsvorm heb je al in een eerdere stap gevonden, dus dit vul je in in de vraag. 

Slide 5 - Slide

Lijdend voorwerp 

Lijdend voorwerp --> wie/wat + pv + o + overige werkwoorden?

Slide 6 - Slide

Meewerkend voorwerp
Een meewerkend voorwerp kan in een zin staan, maar dat hoeft niet.  Het meewerkend voorwerp (mv) kun je vinden door de volgende vraag te stellen: 
mv: aan/voor wie + wwg + ow + (lv)?

Let op: Het voorzetsel 'aan' of 'voor' kan bijna altijd worden weggelaten of toegevoegd bij het meewerkend voorwerp.

Slide 7 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
Een bijwoordelijke bepaling (bwb) kan in een zin staan, maar dat hoeft niet. Er kunnen ook meerdere bijwoordelijke bepalingen (bwb) in een zin staan.
Alles wat je overhoudt na het benoemen, noem je bwb. Bijwoordelijke bepalingen zijn vaak plaatsen of tijden, maar het kan van alles zijn.

Slide 8 - Slide

Vandaag
  • Heb je de kennis over grammatica zinsdelen herhaald en ken je:
    persoonsvorm, zinsdelen, alle werkwoorden, soort werkwoorden, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, werkwoordelijk deel, lijdend voorwerp, naamwoordelijk deel, naamwoordelijk gezegde, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling

Slide 9 - Slide

Wat vind jij nog lastig?

Slide 10 - Mind map