Le futur simple

Le futur simple
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransSecundair onderwijs

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Le futur simple

Slide 1 - Slide

Le futur simple
De toekomende tijd

Je te téléphonerai ce soir
Ik zal je vanavond bellen.



Slide 2 - Slide

Le futur
In het Frans kun je twee toekomende tijden onderscheiden:

Le futur proche ('nabije toekomst'): 
Je vais travailler (= Ik GA werken)

Le futur simple ('toekomst later in de tijd'): 
Je travaillerai (= Ik ZAL werken)

Slide 3 - Slide

In welke tijd staat deze zin?

Nous allons jouer à la console ce soir
A
le présent
B
le futur proche
C
le futur simple
D
l'imparfait

Slide 4 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?

Il mangera des frites demain soir.
A
le futur simple
B
le futur proche
C
l'indicatif présent
D
le passé composé

Slide 5 - Quiz

La formation du futur simple

hoe vorm je 'le futur simple'?

Slide 6 - Slide

Branché 3

Etudiez p.373

Slide 7 - Slide

Les verbes réguliers
de regelmatige werkwoorden op

-ER
-IR

Slide 8 - Slide

p.ex. AIMER, PARTIR
Infinitif
+
terminaisons (uitgangen)
AI, AS, A, ONS, EZ, ONT

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Les verbes réguliers
de regelmatige werkwoorden op

-RE

Slide 11 - Slide

p.ex. PRENDRE = Infinitif -E
+
terminaisons (uitgangen)

AI, AS, A, ONS, EZ, ONT

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Exercice

Branché 3 p.168 : ex1

Slide 14 - Slide

Les verbes irréguliers

Branché 3

Etudiez p. 373

Slide 15 - Slide

Exercices

Branché 3 p.168 ex2

Branché 3 p.169 ex3

Slide 16 - Slide

L'emploi du futur simple
Wanneer gebruiken we 'le futur simple'?

Branché 3
Etudiez p.374

Slide 17 - Slide

On emploie le futur simple

pour une action dans le FUTUR

Slide 18 - Slide

Quels sont vos projets?
Ecrivez 5 bonnes phrases

Branché 3 p.169 ex.4

Slide 19 - Slide

Exercices
Branché 3
p.170 A +B
p.171 C

Slide 20 - Slide