3. De aride zone

De aride zone
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek, schrift en iPad op tafel.

Startvraag: waarom is het in de tropische zone zo warm?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De aride zone
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek, schrift en iPad op tafel.

Startvraag: waarom is het in de tropische zone zo warm?

Slide 1 - Slide

Voor we verder gaan...
Nakijken opdrachten les 2.

Hoe? De antwoorden staan open in de les '2. De tropische zone'.
Met wie? Je doet dit alleen en je werkt stil.
Hoe lang? 5 minuten de tijd.
Klaar? Neem alvast deze LessonUp door/begin vast aan de opdrachten.
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Welk kenmerk van tropisch regenwoud zie je?
A
Grote biodiversiteit
B
Bomen op verschillende etages
C
Altijd warmer dan 18 graden
D
Veel neerslag

Slide 3 - Quiz

Ligt tropische regenwoud op hoge of lage breedte?
A
Hoge breedte
B
Lage breedte

Slide 4 - Quiz

Dit gaan we leren:
Je kan uitleggen waarom het droger wordt, wanneer je verder van de evenaar af gaat.

Je kan beschrijven wat de kenmerken zijn van de aride zone.

Ben je al verder dan deze les? Dan mag je nu vast verder werken.
Dit doe je in stilte.

Slide 5 - Slide

In de gebieden op lage breedte (rond de evenaar) is er een verband tussen hoe dicht een gebied bij de evenaar ligt, en hoeveel neerslag er valt.
Hoe verder van de evenaar >>>
Hoe minder neerslag er valt
Tropische zone
Aride zone

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Dus:
1. De zon warmt de evenaar op.
2. Water verdampt en lucht stijgt op.
3. Hoog in de lucht ontstaan druppels.
4. Er valt neerslag.
5. Aan weerszijden van het regenwoud daalt droge lucht.

Slide 8 - Slide

In de aride zone komen twee landschappen voor: steppe en woestijn.

De steppe heeft genoeg neerslag voor grassen en struiken.
De woestijn is zo droog dat er (bijna) niks groeit.

Slide 9 - Slide

Dit hebben we geleerd:
...waarom er rondom de tropische zone een droog gebied is.

...wat de kenmerken zijn van de steppe en de woestijn.

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Maak: de opdrachten in deze LessonUp.

Hoe? In je schrift. Gebruik je Basisboek (B83 en B84).
Met wie? Je mag rustig overleggen met je buur.
Hoe lang? Tot het einde van deze les.
Klaar? Werk vast verder aan les 4.

Slide 11 - Slide

Opdracht 1
Neem de tabel over in je schrift. Vul de lege vakken in met behulp van B83 en B84.


Steppe
Woestijn
Neerslag (millimeter per jaar)
Vegetatie (veel of weinig, welke soort)

Slide 12 - Slide

Opdracht 1 - Antwoorden
Neem de tabel over in je schrift. Vul de lege vakken in met behulp van B83 en B84.


Steppe
Woestijn
Neerslag (millimeter per jaar)
250 - 500 millimeter
Minder dan 250 millimeter
Vegetatie (veel of weinig, welke soort)
Alleen grassen en wat struiken. Geen bomen.
Vrijwel niets - soms een stukje gras of een cactus.

Slide 13 - Slide

Opdracht 2
Bekijk de foto op de volgende slide.
a. Welke landschapszone zie je op de foto?
b. Welk landschap zie je op de foto?
c. Leg uit aan welke kenmerken je het landschap op de foto herkent.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Opdracht 2 - Antwoorden
a. Welke landschapszone zie je op de foto?
De aride zone.
b. Welk landschap zie je op de foto?
De steppe.
c. Leg uit aan welke kenmerken je het landschap op de foto herkent.
Er groeien hier geen bomen, maar wel een hoop grassen. Die kenmerken passen bij de steppe.

Slide 16 - Slide

Opdracht 3
Bekijk de foto's op de volgende slide.
a. Welk landschap zie je op foto 1?
b. Welk landschap zie je op foto 2?
c. Wat is het belangrijkste verschil tussen deze landschappen?
d. Leg uit hoe dat verschil ontstaat.

Slide 17 - Slide

Foto 1
Foto 2

Slide 18 - Slide

Opdracht 3 - Antwoorden
a. Welk landschap zie je op foto 1?
De steppe
b. Welk landschap zie je op foto 2?
De savanne
c. Wat is het belangrijkste verschil tussen deze landschappen?
De savanne heeft wel bomen, de steppe niet.
d. Leg uit hoe dat verschil ontstaat.
Op de savanne valt voldoende neerslag voor bomen, op de steppe is het daar te droog voor.

Slide 19 - Slide

Opdracht 4
Noteer de begrippen in je schrift. Zoek de betekenis van de begrippen op in je boek en noteer deze erachter.
a. Steppe
b. Woestijn
c. Oase
d. Poolwoestijn

Slide 20 - Slide

Opdracht 4 - Antwoorden
Noteer de begrippen in je schrift. Zoek de betekenis van de begrippen op in je boek en noteer deze erachter.
a. Steppe - Een gebied waar net genoeg neerslag valt (250 - 500 mm) voor grassen en struiken.
b. Woestijn - Een gebied waar het te droog is voor begroeiing.
c. Oase - Een plek in een woestijn waar water is.
d. Poolwoestijn - Een koud gebied waar zo weinig neerslag valt dat het een woestijn genoemd kan worden.

Slide 21 - Slide