Herhaling ecologie_b.s. 1 t/m 6_2425

 Ecologie



oefenen 
gebruik je laptop 
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

 Ecologie



oefenen 
gebruik je laptop 

Slide 1 - Slide

Herhaling
Ecologie niveaus

Slide 2 - Slide

wat zijn de 4 niveaus van de ecologie van klein naar groot?
A
individu, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem,
B
levensgemeenschap, individu, populatie, ecosysteem
C
populatie, individu, levensgemeenschap, ecosysteem.
D
individu, levensgemeenschap, populatie, ecosysteem

Slide 3 - Quiz

Herhaling
Voedselketen / voedselweb

Slide 4 - Slide

Wat is een goede uitleg betreft een voedselweb
A
Dat zijn verschillende organismen die in een gebied leven
B
Dat zijn meerdere voedselketens in een gebied die onderling ook weer een bepaalde connectie hebben
C
Dat zijn verschillende dieren die met elkaar in relaties staan doordat ze kunnen paren.
D
Dat zijn de organismen in een koolstofkringloop

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste naam voor alle voedselketens in een levensgemeenschap?
A
Een schakel
B
Een voedselrelatie
C
Een voedselweb

Slide 6 - Quiz

Kikkervisjes eten alleen de organismen die in schakel 1 thuishoren.
Tot welke groep horen de kikkervisjes?
A
Vleeseters
B
Planteneters
C
Alleseters

Slide 7 - Quiz

Volgens Ed zij de organismen in schakel 1 planten. Volgens Ron kunnen pakro's carnivoren zijn. Wie heeft gelijk ?
A
Zowel Ed als Ron
B
Alleen Ed
C
Alleen Ron
D
geen van beiden

Slide 8 - Quiz

Herhaling
Abiotisch / biotisch

Slide 9 - Slide


Een regenbui is een abiotische factor
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz


Invloeden uit de levende natuur zijn biotische factoren
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Herhaling
Consument
Producent
Reducent

Slide 12 - Slide

Drie schakels zijn in de afbeelding niet ingevuld. Welk soort organisme staat op nummer 1?
A
Reducent
B
Consument
C
Producent

Slide 13 - Quiz

Afvaleters behoren tot de reducenten
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Welk organisme in de afbeelding hiernaast is een consument van de tweede orde?
A
Konijn
B
paardenbloem
C
wezel

Slide 15 - Quiz

In welk onderdeel van de voedselketen komen vleeseters voor?
A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten
D
Carnivoren

Slide 16 - Quiz

Wat klopt over consumenten?
A
Consumenten hebben verschillende ordes
B
Consumenten maken zuurstof
C
Consumenten eten alleen planten
D
Consumenten bestaan uit schimmels.

Slide 17 - Quiz

Herhaling

Slide 18 - Slide

De gobie (een vis) en de pistoolgarnaal leven samen. De pistoolgarnaal graaft een tunnel voor hem en de gobie. De pistoolgarnaal is vrijwel blind. Daarom waarschuwt de gobie de pistoolgarnaal als er een vijand in de buurt is. Als de vijand dan dichter in de buurt komt, dan schuilen ze samen in de tunnel.

Wat voor een soort relatie wordt in de bovenstaande tekst beschreven?
A
concurrentie
B
commensalisme
C
mutualisme
D
parasitisme

Slide 19 - Quiz

Herhaling
Kringlopen

Slide 20 - Slide

In de koolstofkringloop worden door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
D
Producenten, consumenten en reducenten

Slide 21 - Quiz

Tot welk vak behoren bacteriën?
A
vak 1
B
vak 2
C
vak 3

Slide 22 - Quiz

Tot welk vak behoren afvaleters die van dode panda's leven?
A
vak 1
B
vak 2
C
vak 3

Slide 23 - Quiz

Hoe heet deze kringloop?

Slide 24 - Open question

Tot welke cirkel behoort bamboe?
A
cirkel P
B
cirkel Q
C
cirkel R

Slide 25 - Quiz

Bij welke pijl(en) is er sprake van fotosynthese?
A
pijl 1, 2, 3, 6
B
pijl 1, 2, 6
C
pijl 1, 2
D
pijl 3

Slide 26 - Quiz

Bij welke pijl(en) is er sprake van verbranding?
A
pijl 1, 2, 3, 6
B
pijl 1, 2, 6
C
pijl 1, 2
D
pijl 3

Slide 27 - Quiz

Herhaling
Piramides

Slide 28 - Slide

In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel groter
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Herhaling
Mens en milieu

Slide 30 - Slide

Wespenspin
Een van de soorten in Europa die zich naar het noorden uitbreidt, is de wespenspin of tijgerspin. Deze spin is in 1980 voor het eerst aangetroffen aan de Gulp in Zuid-Limburg. Sinds die tijd rukt hij steeds verder naar het noorden op. Op dit moment komt de spin vooral voor in Limburg, Oost-Brabant en Gelderland, maar uit alle andere provincies zijn inmiddels ook enkele waarnemingen bekend.

Het oprukken naar het noorden van de wespenspin kan het gevolg zijn van de klimaatverandering.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quiz

Bij verbranding van bijvoorbeeld benzine in een auto ontstaat koolstofdioxide.
Welk nadeel levert de uitstoot van te veel koolstofdioxide op langere termijn op
A
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide veroorzaakt accumulatie in de voedselketen.
B
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide veroorzaakt overbemesting van de bodem.
C
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide versterkt het broeikaseffect.

Slide 32 - Quiz

Herhaling
Soorten energie met voor- en nadelen
- fossiele brandstoffen
- kernenergie
- duurzame energie

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Wat kun je zelf doen?
Afval in afvalbak
Verwarming een graadje lager zetten
Geen plastic tasjes en plastic verpakking gebruiken
Korter douchen
Gebruik producten met duurzame keurmerken
Minder kleding kopen, langer dragen
Vaker fiets gebruiken
Reizen met trein i.p.v. vliegtuig

Slide 35 - Slide

Wat kun je zelf doen?

Slide 36 - Slide

E.s. 8
Bescherming gewassen tegen ziekten en plagen
Biologisch / pesticiden
Nadelen pesticiden:
- niet selectief
- bio accumulatie
- resistentie

Slide 37 - Slide

E.s 8
Monocultuur
Soorten landbouw:
- Gangbare
- Biologische
- Kringloop
- Precisie
- Verticale

Slide 38 - Slide

Extra
Plastic soep 

Slide 39 - Slide