Wat houdt het 'ontbinden in factoren' van een formule in?
A
Je herschrijft de rechterkant van de formule als product van factoren!
B
Je lost de formule op door deze op 0 te herleiden!
C
Je lost de formule op met de regel A x B = 0
D
Wat een rotvraag!
1 / 48
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat houdt het 'ontbinden in factoren' van een formule in?
A
Je herschrijft de rechterkant van de formule als product van factoren!
B
Je lost de formule op door deze op 0 te herleiden!
C
Je lost de formule op met de regel A x B = 0
D
Wat een rotvraag!
Slide 1 - Quiz
Hoe ontbind je de vergelijking in factoren?
Gemeenschappelijke factor buiten haakjes halen!
Product-som-methode toepassen!
x2+15x+50
5x2+5x
x2-17x+72
6x2y+12xy2
x2+2x-80
x2+9x+20
x2-x-2
x2-7x-30
x2+15x
x2-15x-34
7x3-4x2-2x
2x2-32x
Slide 2 - Drag question
Sleep de termen van de vergelijking naar het juist vak!
x2
x2
= 0
= 0
−x2
= 0
x2
=
Product
Som
+ 14
+ 9x
- 21
+ 4x
+ 10
- 7x
8x
- 9
Slide 3 - Drag question
12xy - 16x ⇒ 2x(6y - 8)
-5ab - 10bc ⇒ -5b(a - 2c)
20a2 + 15a ⇒ 5a(4a + 3)
Ontbind de eerste rij in factoren. Controleer daarna het antwoord.
?
?
?
Slide 4 - Drag question
6x3 + 12x ⇒ 6x(x2 + 2)
6x2 - 3x ⇒ 3x(x - 1)
18a2bc + 12ab2c ⇒ 6abc(3 + 2)
Ontbind de eerste rij in factoren. Controleer daarna het antwoord.
?
?
?
Slide 5 - Drag question
Ontbind deze vergelijking in factoren:
x2−12x=0
A
x = 0 of x = 12
B
Geen oplossing
C
(x - 3)(x + 4) = 0
D
x(x -12) = 0
Slide 6 - Quiz
Ontbind deze vergelijking in factoren!
x2+11x+18=0
A
x = -2 of x = -9
B
(x + 2)(x + 9) = 0
C
x = -1 of x = -18
D
x(x + 18) = 0
Slide 7 - Quiz
Hoeveel oplossingen heeft deze kwadratische vergelijking?
A
Twee oplossingen
B
Een oplossing
C
Geen oplossingen
D
Weet ik niet
Slide 8 - Quiz
Hoeveel oplossingen heeft deze kwadratische vergelijking?
A
Twee oplossingen
B
Een oplossing
C
Geen oplossingen
D
Weet ik niet
Slide 9 - Quiz
Hoeveel oplossingen heeft deze kwadratische vergelijking?
A
Twee oplossingen
B
Een oplossing
C
Geen oplossingen
D
Weet ik niet
Slide 10 - Quiz
2x2 + 2 = 20 ⇒ x = 3 of x = -3
x2 + 8 = 8 ⇒ x = 4 of x = -4
x2 + 25 = 0 ⇒ kan niet
Controleer of de oplossingen juist zijn!
?
?
?
Slide 11 - Drag question
Los deze vergelijking op:
(3x−5)(−2x+9)=0
A
Kan niet
B
x = 5 of x = -9
C
x = 0
D
x=132ofx=421
Slide 12 - Quiz
Los deze kwadratische vergelijking op:
x2−12x=0
A
x = 0 of x = 12
B
x(x - 12) = 0
C
x = 0 of x = -12
D
Geen oplossingen
Slide 13 - Quiz
Los deze kwadratische vergelijking op:
x2+11x+18=0
A
x = 2 of x = 9
B
x = -3 of x = -6
C
x = -2 of x = -9
D
Geen oplossingen
Slide 14 - Quiz
Los de kwadratische vergelijking op:
x2−10x+24=0
A
x = 4 of x = 6
B
x = -2 of x = 12
C
x = -4 of x = -6
D
x = 12 of x = -2
Slide 15 - Quiz
Los de kwadratische vergelijking op:
x2+5x−6=0
A
x = 5 of x = -1
B
x = -5 of x = 1
C
x = -1 of x = 6
D
x = 1 of x = -6
Slide 16 - Quiz
Los deze kwadratische vergelijking op:
x2+5x+6=0
A
x = 1 of x = 5
B
x= -2 of x= -3
C
x = -1 of x=6
D
x=1 of x=-6
Slide 17 - Quiz
Los op en rond je antwoord af op twee decimalen.
Slide 18 - Open question
Los op en rond je antwoord af op twee decimalen.
Slide 19 - Open question
Bereken de coördinaten van A en B.
Slide 20 - Open question
Ontbind in zo veel mogelijk factoren
x2+16x+64
Slide 21 - Open question
Ontbind in zo veel mogelijk factoren.
Slide 22 - Open question
Ontbind in factoren
25x2−100
Slide 23 - Open question
Los op:
Slide 24 - Open question
Los op:
Slide 25 - Open question
Los op:
Slide 26 - Open question
Bereken de coördinaten van de snijpunten van de grafieken.
Slide 27 - Open question
Los op:
Slide 28 - Open question
Los de vergelijking op: (t - 8)² = -1
Slide 29 - Open question
Los de vergelijking op: (a + 5)² = 0
Slide 30 - Open question
Wat kun je met Pythagoras?
A
hoogte
B
hoeken meten
C
diepte meten
D
zijden berekenen
Slide 31 - Quiz
Wat moet de stelling van Pythagoras altijd hebben?
A
2 gelijke zijde en een schuine.
B
een hoek groter dan 90 graden.
C
een hoek van 90 graden.
D
dat de oppervlakte van de lange zijde gelijk is aan de opp. van schuine zijde + korte zijde
Slide 32 - Quiz
Bereken ML met de stelling van Pythagoras. Typ je antwoord exact in. Gebruik de hoofdletter V als wortel-teken.
Slide 33 - Open question
Bereken CE. Typ je antwoord exact in. Gebruik de hoofdletter V als wortel-teken.
Slide 34 - Open question
Leg met een berekening uit hoe lang zijde BD is in de balk hiernaast.
timer
2:30
Slide 35 - Open question
We willen graag zijde BH berekenen. Welke driehoek kan je hiervoor gebruiken?
A
Driehoek ABD
B
Driehoek BFG
C
Driehoek BDH
D
Driehoek ADH
Slide 36 - Quiz
In welk diagonaalvlak zit lichaamsdiagonaal CE?
A
Vlak ABCD
B
Vlak ACGE
C
Vlak BDHF
D
Vlak BCEH
Slide 37 - Quiz
Bereken CE.
timer
2:00
Slide 38 - Open question
Bereken AC.
Slide 39 - Open question
Van de balk ABCD.EFGH is AB = 10, BC = 7 en AE = 6. Lijnstuk BD ligt in het grondvlak. Bereken de lengte van lijnstuk BD.
Slide 40 - Open question
Lijnstuk DF ligt in hulpvlak DBFH. Zet in de schets van hulpvlak DBFH de bekende afmetingen erbij.
Slide 41 - Open question
Bereken de lengte van lijnstuk DF.
Slide 42 - Open question
Lijnstuk BH is net zo lang als lijnstuk DF. Noem nog een lijnstuk dat dezelfde lengte heeft als lijnstuk DF.
Slide 43 - Open question
Punt Q is het midden van ribbe DH. Bereken de lengte van lijnstuk BQ.
Slide 44 - Open question
Rudy heeft een balk met een lengte van 13 cm, een breedte van 5 cm en hoogte van 4 cm. Hij heeft ook een tweede balk met dezelfde lengte en breedte, maar deze balk is twee keer zo hoog. Hoeveel keer zo lang is de lengte van lijnstuk DF in de tweede balk vergeleken met de lengte van lijnstuk DF in de eerste balk?
Slide 45 - Open question
En hoe zit dat als de tweede balk niet alleen twee keer zo hoog is maar ook twee keer zo breed?
Slide 46 - Open question
Van de balk ABCD.EFGH is AB = 10, BC = 4 en AE = 3. Bereken de lengte van lijnstuk BH.
Slide 47 - Open question
Van de balk ABCD.EFGH is AB = 10, BC = 4 en AE = 3. Noem twee lijnstukken met dezelfde lengte als lijnstuk BH.